|
b. APPINGEDAM (VÓÓR 1594)
1. Gebouwen
a. Kerk
1. Gedenksteen
[262] | ANNO 1561 BI TIDEN JOCHIMIS VAN SCHUTDORP, PASTORI TEN DAM, UNDE HELMICH RENEKENS, BOIE EDSENS, LUIDTKEN KUPER, KERCKVOEGEDEN DOE TER TIT.
|
2. Gewelfschilderingen
[263] | ANNO 1570, IN DER TYD ALS JASPERUS VOS PASTOER UND COMMISSARIUS, JOHAN REINERS, GALTHO AMSWEER UND RUTGER VAN TITZ KERCKVOEGEDEN TEN DAMME WEREN, IS DESSE KERCKE REPAREERT UNDE GESTOFFEERT.
Wapen, onduidelijk: In een nest twee pelikanen met jongen [Appingedam], in spiegelbeeld uitgaand van de beide zijden van een gewelfrib met aan beide zijden een kop en een jong. |
Wapen (verkleurd?): In zilver een zwart monogram, bestaande uit een grote A, rechts vergezeld van een I en links van een V [Jasperus Vos te Appingedam]. |
Wapen (verkleurd?): In zilver een omgewende zilveren wassenaar. [Galtho Amsweer?]. |
Embleem, onduidelijk: In een nest een pelikaan met jong [Appingedam], in spiegelbeeld uitgaand van de beide zijden van een gewelfrib. |
N.B. Commissarius is plaatsvervanger van officiaal van bisschop van Munster. Zie: W. J. Formsma. De Ommelander strijd voor zelfstandigheid in de 16e eeuw. Assen 1938. Blz. 15. |
N.B. Commissarius is plaatsvervanger van officiaal van bisschop van Munster. Zie: W. J. Formsma. De Ommelander strijd voor zelfstandigheid in de 16e eeuw. Assen 1938. Blz. 15. |
GDW, blz. 96, nr. [263], waar het wapen van Appingedam als embleem wordt beschreven en de andere beide wapens niet genoemd worden. |
|
[264] | Huismerk nr. 24, vergezeld van de letters K.C.
|
[265] | Huismerk nr. 25, vergezeld van de letters P.B.
|
[266] | Wapen: Een zilveren bijl met gouden steel, een gouden hamer, een zilveren troffel met gouden handvat en een onbekend zilveren gereedschap, gestoken door een kleine gouden kubus, gerangschikt rondom een gouden huismerk nr. 26. Helmteken: een kapbeitel en een ritsbeitel, samen in de vorm van een omgekeerde keper en omgeven door een geknoopt touw. Het wapen vergezeld van vier heiligen, samen genaamd de quattuor coronati: SANCTUS CASTORIUS, houdend een breekijzer of een koevoet; SANCTUS SEMPRONIANUS, houdend een troffel: SANCTUS CLAUDIUS, houdend een passer; SANCTUS NICOSTRAIUS [lees: NICOSTRATUS], houdend een winkelhaak. Helmteken: twee rechtopstaande kleine stokachtige zilveren voorwerpen. Dekkleden zilver en goud.
Wapen: Een bijl, een hamer, een troffel en een schietlood, gerangschikt rondom huismerk nr. 26. Helmteken: een kapbeitel en een ritsbeitel, samen in de vorm van een omgekeerde keper en omgeven door een geknoopt touw. Het wapen vergezeld van vier heiligen, samen genaamd de quattuor coronati: SANCTUS CASTORIUS, houdend een breekijzer of een koevoet; SCS SEMPRONIANUS, houdend een troffel: SANCTUS CLAUDIUS, houdend een passer; SCS NICOSTRAIUS, houdend een winkelhaak. |
N.B. tweede helft 15de eeuw?, gelijktijdig met: GDW, nr. 263. Vergelijk: GDW, nrs. 334, 379A en 389. |
GDW, blz. 96, nr. [266], waar het wapen niet geheel volledig wordt omschreven. Het onbekende voorwerp wordt hier als schietlood omschreven en helmteken en dekkleden ontbreken. De schildering wordt hier op 1570 gedateerd, maar moet aanzienlijk vroeger zijn. |
|
2. Klokken, uurwerken en windvanen
a. Klok
[267] | SANTE PAUVEL HEIT ICK, GEERT VAN WOU GOET MICK. ANNO DOMINI MCCCCCXLIIII.
Medaillon met een ten gevolge van misgieting onduidelijk randschrift: MES[T]ER JOHAN RENGERS, [OF]FICIA[LI]S VRES[IE] MON[ASTERIENSIS], PASTOR TEN DAM.97 |
N.B. Misschien vervoerd naar Groningen 1580; overgebracht naar Veendam 1664; vergoten c. 1957. Zie: Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de hervormde kerk te Veendam, 1662-1962. Blz. 30-32. Van medaillon afgietsel in gips in Veenkoloniaal Museum, Veendam. Gelijktijdig met klok gegoten vijzel, misschien relatiegeschenk, heeft tot randschrift: MAGISTER JOHANNES RENGHERS, PASTOR TEN DAM, ANNO 1544. Wapen: Rengers [2]. Zie: Oude luister van het Groninger land. [Tentoonstellingscatalogus van het Groninger Museum, 1961]. Nr. 174. |
Medaillon met een ten gevolge van misgieting onduidelijk randschrift: MES[T]ER JOHAN RENGERS, [OF]FICIA[LI]S VRES[IAE] MON[ASTERIENSIS], PASTOR TEN DAM.97 |
GDW, blz. 96, nr. [267], waar VRES[IAE] wordt opgelost i.p.v. het waarschijnlijkere VRES[IE]. |
|
3. Gedenktekenen
a. Graftombe
[268] | A° 1515, AM 15 FEBRUARII, STAERF DE ERENTHVESTE GERDT THO DORNUM UNDE WITHMUNDE HOVETLINCK.
Wapen: In zilver een zwarte adelaar en een rood schildhoofd, beladen met drie staande zilveren korenschoven naast elkaar. Helmteken: een uitkomende zwarte adelaarskop tussen vier rode vlaggen, elke vlag beladen met een zilveren korenschoof, twee naar rechts en twee naar links. |
Steenhouwersmerk: Huismerk nr. 27. |
N.B. Medaillon, voor 1828 ingemetseld in pijler van noordelijke kapel, volgens overlevering afkomstig van graftombe, misschien verwoest in 1795. Afgebeeld GDW, plaat IV. MON, blz. 10. Ulrich Wilhelm Polmen, overleden Groningen 2 februari 1797, eigenaar van graftombe op kleine koor. Zie: RAG, Archief Polman Gruys, inv. nr. 101, achterin. NAB, 1942, blz. 226. Vergelijk: O. G. Houtrouw. Ostfriesland. Aurich 1889. S. 380/381. Wappen Kanckena. |
|
b. Grafzerken
[269] | ANNO DOMINI MCCC ... DE VORSICHTIGE EIJSE SIGERS DEN . DACH MA.
A° DOMINI MCCCCLXXXIX STARF DE ERBAR VROW IDE NANKES UP DER GEBORTDACH MARIE.
Embleem: Op een boog van de bovenhelft van een cirkel een latijns kruis. |
Wapen: Een onbekend stuk (later vervangen door huismerk nr. 28), vergezeld van drie rozen. |
N.B. Tegen zuidmuur (2018). Hergebruikte sarcofaagdeksel, dat oorspronkelijk alleen het Golgotakruis bevatte. Tussen de woorden MCCC en DE is ruimte voor de rest van het jaartal en (bijv.) het woord STARF. Tussen de woorden DEN en DACH is slechts ruimte voor één letter of cijfer. |
Embleem: Op een boog van de bovenhelft van een cirkel een latijns kruis. Wapen: Huismerk nr. 28, vergezeld van drie rozen. |
A° DOMINI MCCCCLXXXIX STARF DE ERBAR VROW IDE NANKES UP DER GEBORTDACH.
ANNO DOMINI MCCC ... RS ... DACH MA ... RIE. |
GDW, blz. 97, nr. [269], waar de tekst, het embleem en het wapen onvolledig zijn weergegeven. |
|
[270] | A° DOMINI MVC [T]WIN[TICH] ... UP DACH SEVERINI EPISCOPI, STARF DIE ERBAER WND ERENTFEST SNELGER HOUWERDA, HOEVELINCK THEN DHAM, W.Z.G.W.G.S.
Kwartieren: I Houwerda. II een omgekeerde wassenaar, vergezeld van een achtpuntige ster [Popinge?]. III een lelie [Snelgersma]. IV een adelaar. |
Beeldhouwwerk: Een geharnaste man met een slagzwaard, vergezeld van metalen handschoenen en een gepluimde helm. |
N.B. Tegen noordmuur in noorderkapel (2018). Afgebeeld: GSL, blz. 6/7, en: MON, plaat VI, nr. 2. Sterfdag 23 oktober. Vergelijk vierde kwartier met: GDW, nr. 2. Letters kunnen worden opgelost tot: WIENS ZIELE GOD WIL GENEDICH SYN. Vergelijk: GDW, nrs. 276, 3381. Kwartier Snelgersma, Zie: GDW, nr, 2 Na [T]WIN[TICH] zal nog een romeins cijfer volgen (iv, v, vi o.i.d.). Snelger Houwerda leeft nog op 6 nov. 1523 (Arch. Parochiekerken, inv.nr. 74, www.cartago.nl/oorkonde/pari074e). |
A° DOMINI MVC UNDE ... UP DACH SEVERINI EPISCOPI, STARF DIE ERBAER WND ERENTFEST SNELGER HOUWERDA, HOEVELINCK THEN DHAM, W.Z.G.W.G.S. |
N.B. Afgebeeld: GSL, blz. 6/7, en: MON, plaat VI, nr. 2. Sterfdag 23 oktober. Vergelijk vierde kwartier met: GDW, nr. 2. Letters kunnen worden opgelost tot: WIENS ZIELE GOD WIL GENEDICH SYN. Vergelijk: GDW, nrs. 276, 3381. Kwartier Snelgersma, Zie: GDW, nr, 2. |
GDW, blz. 97, nr. [270], waar het sterfjaar iets anders gelezen wordt (UNDE i.p.v. [T]WIN[TICH]). |
|
[271] | INT JAER MVCXLII STARF MELLE CLANT, DE GODT GHENADICH SY.
Wapens: Rechts: Clant. Links: Drie sterren [To Eelwert?]. Schildhouder: een geharnaste man met helmteken: een vlucht, elke vleugel beladen met drie vissen, op de rechtervleugel schuinlinks, op de linkervleugel schuinrechts [Clant]. |
N.B. Tegen noordmuur van noorderzijbeuk (2018). Afgebeeld: GDW, plaat IV. Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 1955, k. *76/*77. Plaat III*, afb. 6.98 |
Wapens: Rechts: Clant. Links: Drie sterren [Ufkens?]. Schildhouder: een geharnaste man met helmteken: een vlucht, elke vleugel beladen met drie vissen, op de rechter vleugel schuinlinks, op de linker vleugel schuinrechts [Clant]. |
N.B. Afgebeeld: GDW, plaat IV. Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 1955, k. *76/*77. Plaat III*, afb. 6.98 |
GDW, blz. 97, nr. [271], waar het moederswapen aan de familie Ufkens (verwant aan de familie Ufkens) wordt toegeschreven. |
|
[272] | INT JAER ONS HEREN [MVCXLII?], UP SUNTE VYTS DACH, DOE STARF DE ERSAME DEETGHEN WATERMANS. GODT SI ER GENEDYCH.
Wapens, vergezeld van: SIBI ET POSTERIS: Rechts: Drie rozen. Links: Aan een liggende tak drie appels aan bladerloze stengels, 2 en 1. |
N.B. Hiernaast een zerk met zelfde wapens. Afgebeeld: L. J. Hut, Genealogie Hut. 2. druk. Groningen 1968. Blz. 7. Sterfdag 15 juni. |
|
[273] | AN° 1548, DEN 7 NOVEMB., STARF DE HOECGELERTE JO[HANN]ES WINSCHOTE, IN BEIDER RECHTEN DOCTOR, PASTOER TEN DAM ENDE OFFITIAEL VAN VRIESLANT.
In de vier hoeken een gelijk wapen: Schuingevierendeeld, het bovenste veld beladen met een ster, het onderste beladen met een roos. |
N.B. In de noorderkapel. Hierbij: GDW, nrs. 634en 661. |
|
[A273A] | Wapens: Rechts en links: Onherkenbaar.
O HOMO SIT IESUS TIBI CHRISTUS. |
Beeldhouwwerk: Een borstbeeld van een man, gekleed in toga en baret, houdend een met krappen gesloten boek. |
N.B. Tegen zuidmuur (2018). Wapens uitgehakt en teksten vervangen door: GDW, nr. 626. Zie GRK, 22 (2005) 105-120. |
GDW, blz. 165, nr. [626]. |
|
[274] | INT JAR ONS HEREN MVCLVI, DES WONSDAGHES VOR PASKEN, RUSTEDE IN DEN HEREN DE ERSAME DERCK HEINENS, DEN GHOEDT GHENEDYCH SY.
Wapens, vergezeld van: SIBI ET POSTERIS: Rechts: Drie rozen. Links: Aan een liggende tak drie appels aan bladerloze stengels, 2 en 1. |
N.B. In noorderkapel (2018). Sterfdag 1 april. |
|
[275] | A° 1558 DEN 23 DACH AUGUSTIS STARF ALLIGEN TEN BUREN DER GODT GENEDICH WIL SIN.
N.B. In zuiderzijbeuk (2018). |
|
[276] | 1558, DEN 21 DACH SEPTEMBER, RUSTE MARIEN TEN BUREN, DER GODT GENEDIGH WIL SIN.
N.B. In zuiderzijbeuk (2018). |
|
[A276A] | ... GODT ...
N.B. In zuiderzijbeuk bij de westmuur (2018). Vrijwel onherkenbaar. Uit fragmenten van de decoratie blijkt dat deze identiek is aan die op GDW, nr. 275 en GDW, nr. 276, dus ongetwijfeld eveneens daterend uit ca. 1558. Hierbij: GDW, nrs. 684 en 685. |
GDW, blz. 165, nr. [626]. |
|
[277] | ...O 155[9] / DEN 16 DACH NOVEMB. / E[ERB]AER / SNELGER HOU...
Wapen: Gedeeld (doch zonder deellijn). Rechts: Een omgewende leeuw [Houwerda]. Links: Loegen. Helmteken: Houwerda. |
... 155[9], DEN 16 DACH NOVEMBER ... AER SNELGER HOU... |
N.B. Los liggend bij de noorderkapel (2018) Het cijfer 9 is onherkenbaar. |
GDW, blz. 98, nr. [277], waar het opschrift enigszins afwijkt en het wapens als twee wapens beschreven is. |
|
[278] | INT JAER / UNS HEREN MVCLX [DEN] / XII DACH MAII ENSER / FOCKE SIABBENS IN / DEN HEREN ....
Wapens: Rechts: Aan een liggende tak drie rozen aan bladerloze stengels, 2 en 1. Links: Huismerk nr. 30. |
N.B. Los liggend bij noorderkapel (2018). ENSER, met afkortingsstreep boven NS. Fragmet met tekst 'X [DEN] / XII DACH MAII ENSER' thans (2018) niet meer aanwezig. Vgl. GDW, nr. A286A. |
INT JAER UNS HEREN MVCLX [DEN] XII DACH MAII ENSER FOCKE SIABBENS IN DEN HEREN ... |
N.B. ENSER, met afkortingsstreep boven NS. |
|
[279] | ANNO DOMINI 1568, DEN 31 AUGUSTI, STARF DE ERSAME HERMEN VAN RAKEN, DEN GODT GENEDICH SY.
Wapen, vrijwel onherkenbaar: Huismerk nr. 31. |
N.B. In noorderkapel (2018). Hierbij: GDW, nr. 622. |
|
[280] | A° 1569, DEN 1 MARTII, STARF DE WEERDIGE WALGELEERDE HEER JOACHIMUS SCHUTTORPIUS, PASTOER UND COMMISSARIUS TEN DAM.
Wapens in de hoeken: I en IV: Een geopende vlucht, beladen met de letters I.S.; op elke vleugel één letter. II en III: Een voetangel. |
N.B. In noorderkapel (2018). Hierbij: GDW, nr. 652. Zie ook: GDW, nr. 263.99 |
|
[281] | NOBILI ET GENEROSO IUVENI SNELLIGERO AB HOUWERDA, IN DAMMONE CAPITANEO. ANNO 1579 24 IUNY DIE PLACIDA MORTE DEFUNCTO SUB HOC TUMULO CUIUS OSSA QUIESCUNT CUM SPE BEATAE RESURRECTIONIS, DILECTO AFFINI, PIETATIS ERGO PHILIPPUS A MECKHAMA ET IETIEN HOUWERDA CONIUGES MOESTISSIMO ET FRATERNO ANIMO H.M.P. MORERE UT VIVAS.
N.B. In noorderkapel (2018). H.M.P. is op te lossen als 'hoc monumentum posuerunt'. Vergelijk: Jakobus Isebrandus Harkenroht. Oostfriesche oorsprongkelijkheden. 2. dr. Groningen 1731, Blz. 268. O. G. Houtrouw. Ostfriesland. I. Aurich 1889. S. 319. Quellen und Forschungen zur ostfriesischen Familien- und Wappenkunde 1967, S. 112. Mit Abbildungen. |
N.B. Vergelijk: Jakobus Isebrandus Harkenroht. Oostfriesche oorsprongkelijkheden. 2. dr. Groningen 1731, Blz. 268. O. G. Houtrouw. Ostfriesland. I. Aurich 1889. S. 319. Quellen und Forschungen zur ostfriesischen Familien- und Wappenkunde 1967, S. 112. Mit Abbildungen. |
|
[282] | HIC / DORMIT HIN... RATRE IOANE, QUI A° MD82 OBIERE.
Wapens: Rechts: Gedeeld: I een halve adelaar; II een dwarsbalk, vergezeld van boven van twee rozen naast elkaar en van onderen van een klaverblad. Links: Een dwarsbalk, schuingeruit in vier rijen van vier stukken [Beierse ruiten]. |
N.B. Los liggend bij noorderkapel (2018). Tekst '... RATRE IOANE, QUI A°' ontbreekt thans (2018). Vgl. GDW, nr. A286B. |
HIC DORMIT HIN..RATRE IOANE, QUI A° MD82 OBIERE. |
Wapens: Rechts: Gedeeld: I een halve adelaar; II een dwarsbalk, vergezeld van boven van twee rozen naast elkaar en van onderen van een klaverblad. Links: Een dwarsbalk, schuingeruit in vier rijen van v stukken [Beierse ruiten]. |
GDW, blz. 99, nr. [282], waar de transcriptie en wapenbeschrijving iets afwijkt. |
|
[283] | INT JAER ... IN DEN HEREN ... [DACH] AUGUSTO WORTH DOETHGESLAGEN DE ERBAE REYNER BYWEMA, HYR BEGRAVEN.
Wapens: Rechts: Een grote lelie, vergezeld rechts boven en links beneden van een roos, de lelie buitendien vergezeld links boven en rechts beneden van een ster. Links: Op een op de kop met een pluim bestoken paard een met een zwaard vooruit stotende geharnaste en gepluimde aanziende ruiter, vergezeld van achteren van een bol, liggend op de rug van het paard. |
N.B. Tegen noordmuur in noorderkapel (2018). Afgebeeld: MON, plaat VI, nr. 1. Sybolt Bywema, redger, Raskwerd, voerde 1579: Gevierendeeld: I en IV een roos; II en III een ster, en in het schildhart, over de lijnen heen, een lelie. Helmteken: een lelie. Zie: RAG, Register Feith 1597, nr. 158. |
INT JAER ... IN DEN HEREN ... [DACH] AUGUSTO WORTH DOETHGESLAGEN DE ERBAE REYNER BYWEMA, HYR BEGRAVEN. |
N.B. Afgebeeld: MON, plaat VI, nr. 1. Sybolt Bywema, redger, Raskwerd, voerde 1579: Gevierendeeld: I en IV een roos; II en III een ster, en in het schildhart, over de lijnen heen, een lelie. Helmteken: een lelie. Zie: RAG, Register Feith 1597, nr. 158. |
|
[284] | THOBE, HINRECK HETE WEGGEN WYF. B. V. DE Z.
N.B. Los liggend bij de noorderkapel. |
|
[285] | [HIE]R LICHT JUN/[KE]R HERMEN CLAN/T
GDW, blz. 99, nr. [285], waar enkel tekst '... HERME ...' gegeven wordt. |
|
[286] | A° ... DEN / ... DEC[EMBRIS] ... / ...
Wapen: Een omgewende halve leeuw, onder de voorpoten vergezeld van een zeven puntige ster [Wincken?]. |
GDW, blz. 99, nr. [286], waar enkel de tekst ´A° ...´ gegeven wordt. |
|
[A286A] | ...S.5 ... ER / [D]ACH ...
N.B. Op zolder. Fragment Halverwege zestiende eeuw. Vergelijkbaar schrift als GDW, nr. 278. |
|
[A286B] | DNI / ... / ... CU . E ...
N.B. Op zolder. Fragment. Halverwege zestiende eeuw. Vergelijkbaar schrift als GDW, nr. 282. |
|
[287] | Medaillon: Huismerk nr. 32, vergezeld van de letters G.R.
|
[288] | DE MENS ... UNS HERN ... ACHTEN ... ISV . STARF ... DUERTH DEM GODT ... SI.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 7. |
|
[289] | Wapens: Rechts: Onherkenbaar, met uitzondering van de voorpoten van een paard. Links: Aan een liggende tak drie appels aan bladerloze stengels, 2 en 1.
|
d. APPINGEDAM (NA 1594)
1. Gebouwen
a. Kerk
1. Gebrandschilderd glas
[598] | Eenige ramen met gebrandschilderd glas uit de 17e eeuw, afkomstig meerendeels uit de kerk van Appingedam, met wapens van Houwerda, Ripperda enz., gehouden door engelen; boogversieringen, alsmede een aantal losse ruiten uit genoemde kerk.
N.B. Vermeld: GMV, 1906, blz. 12, nr. 17. |
GDW, blz. 159, nr. [598]. |
|
[599] | Wapens: Rechts: Doorsneden: A. in blauw in een gouden nest een omgewende gouden pelikaan met opgeheven vlucht en met vijf gouden jongen; B. gedeeld: 1. in goud een zwart huismerk nr. 77; 2 in goud drie groene klaverbladen. Links: Gedeeld: I een halve zwarte adelaar; II doorsneden: a. in goud een zwart huismerk nr. 78; b. in goud drie groene klaverbladen.
GDW, blz. 159, nr. [599]. |
|
[600] | Zoo werd nog in 1773 door de 17 eedgenoten en den secretaris van Appingedam betaald 108 gulden voor 360 geschilderde ruiten in de kerk met de wapens, namen en gordijnwerk, pelikaan en onderschild à 6 gulden per stuk. Toen de secretaris Idema in gebreke bleef zijn ruit te betalen, werd na vele deliberatien diens ruit uit het kerkraam verwijderd.
N.B. Vermeld: GVA, 1913, blz. 130. Secretaris Hero Idema, begraven Appingedam 24 november 1774. Zie: Familieboek Idema. 1968. Blz. 16. |
GDW, blz. 159, nr. [600]. |
|
[601][a] | GECOMMITTEERDE RAADEN DER OMMELANDEN TUSSCHEN DE EEMS EN LAUWERS, MDCCLXXVII.
Wapen: Linksgeschuinbalkt van acht stukken van zilver en blauw, de zilveren stukken beladen met elf rode harten, schuinrechts, 1 en 4 en 4 en 2 [Ommelanden]. |
GDW, blz. 159, nr. [601][a]. |
|
[601][b] | JR. EN MR. O. R. ALBERDA, PRAESIDENT.
Wapen, helmteken en dekkleden: Alberda. Schildhouders: twee gouden leeuwen. |
GDW, blz. 159, nr. [601][b]. |
|
[601][c] | JR. E. TIARDA VAN STARKENBORGH, HR. V. LEENS.
Wapen en helmteken: Tjarda van Starkenborgh, doch met zwarte kettingen. Dekkleden: goud en zwart en rood. Schildhouders: twee omziende zwarte adelaars met opgeheven vlucht, gouden snavel en klauwen. |
GDW, blz. 159, nr. [601][c]. |
|
[601][d] | JR. EN MR. E. J. TIARDA VAN STARKENBORGH.
GDW, blz. 159, nr. [601][d]. |
|
[601][e] | JR. E. J. LEWE.
Wapen, helmteken en dekkleden: Lewe. Schildhouders: twee rode leeuwen.160 |
GDW, blz. 159, nr. [601][e]. |
|
[601][f] | SICKE MELIS.
Wapen: Gedeeld: 1 doorsneden: a. in goud een rood huismerk nr. 79; b. in blauw een staande gouden korenschoof; II in groen een steigerend zilveren paard met afhangende lange staart. Helmteken: een uitkomende gouden korenschoof. Dekkleden: rood en blauw. |
GDW, blz. 160, nr. [601][f]. |
|
[601][g] | JAN GEERTS.
Wapen: In goud een stappend zwart paard met afhangende staart. Helmteken: een uitkomende zwarte paardekop. Dekkleden: zwart en goud. |
GDW, blz. 160, nr. [601][g]. |
|
[601][h] | FREERK HEMMES.
Wapen: In zilver een omgewend bruin paard en een bruin paard, samen klimmend tegen een rood huismerk (nr. 80), het merk vergezeld van boven van drie zwarte klaverbladen, 1 en 2. Helmteken: drie losstaande zwarte klaverbladen, 1 en 2. Dekkleden: rood en zilver. |
GDW, blz. 160, nr. [601][h]. |
|
[601][i] | JAN JACOBS TEMPEL.
Wapen: In zilver een met twee blauwe pijlen van boven naar beneden schuinkruislings doorstoken rood hart, vergezeld van drie groene klaverbladen, de beide bovenste tussen de bovenkanten van de pijlen. Helmteken: drie losstaande groene klaverbladen. Dekkleden: rood en zilver. |
GDW, blz. 160, nr. [601][i]. |
|
[601][j] | ABEL WIERSEMA.
Wapen: In groen in een gouden nest een staande zilveren pelikaan met opgeheven vlucht en met drie jongen. Helmteken: een uitkomende zilveren pelikaanskop. Dekkleden: zilver en groen. |
GDW, blz. 160, nr. [601][j]. |
|
[601][k] | MR. J. P. DRIESSEN, SYNDICUS.
Wapen: In zilver tussen twee naar rechts gewende gouden wassenaars een blauw huismerk nr. 81, vergezeld van boven en van onderen van een gaande gouden vogel. Helmteken: een staande gouden vogel. Dekkleden: rood en groen. |
GDW, blz. 160, nr. [601][k]. |
|
[601][l] | MR. L. FRUYTIER, RENTMEESTER.
Wapen: In blauw een gouden leeuw; en twee gouden flanken. Helmteken: een uitkomende gouden leeuw, de linkervoorpoot rustend op een op de kroon van de helm staande gouden lelie. Dekkleden: goud en blauw. |
N.B. Op zegel van dr. Lambertus Fruytier flanken gebogen. RAG, Zegelverzameling B 97. |
GDW, blz. 160, nr. [601][l]. |
|
[601][m] | MR. N. GUICHART, SECRETARIS.
Wapen: In blauw een gouden paard, bereden door een in bruin geklede ruiter met lans vechtend tegen een onder het paard liggende gevleugelde bruine draak niet vier poten, waarvan alleen die aan de linkerzijde zichtbaar zijn. Helmteken: een uitkomende gouden paardekop. Dekkleden: goud en blauw. |
GDW, blz. 160, nr. [601][m]. |
|
[601][n] | Signatuur: W. VELTMAN, INV. ET DELIN. GRON. 1777.
N.B. Niet meer aanwezig. Tekening in kleuren: GAG, topografische atlas, kaart nr. 1269, rood. Genoemde gecommitteerde raden beëdigd 24 februari en 11 maart 1777. Wigbolt Veltman ontving voor ontwerpen en opwerken van plan voor nieuw kerkeglas te Appingedam 42 gulden blijkens betalingsordonnantie 24 december 1779. Zie: RAG, Ommelander archieven, inv. nr. 341. |
Onno Reint Lewe compareerde ten landdage 1777 voor Loppersum in Fivelgo, Edzard Tjarda van Starkenborgh voor Wehe in Hunsingo, Edzard Jacob Tjarda van Starkenborgh voor Onderwierum in Hunsingo, Evert Joost Lewe voor Tjamsweer in Fivelgo, Sicke Melis voor Leens in Hunsingo, Jan Gerrits voor Niekerk in Westerkwartier, Freerk Hemmes voor Ten Boer in Fivelgo, Abel Wiersema voor Niehove in het Westerkwartier, Jan Jacobs Tempel voor Hoogkerk in het Westerkwartier. Zie: RAG, De landdagcomparanten der Ommelanden. Handschrift. Syndicus, rentmeester en secretaris zijn ambtenaren.161 |
GDW, blz. 160, nr. [601][n]. |
|
2. Klokken, uurwerken en windvanen
a. Klokken
[602] | PASTORES GERHARDUS ALBERTHOMA, JACOBUS ISEBRANDI HARKENROHT, APPINGADAMMOAE. MAMEES FREMY ME FECIT. BORGEMEESTEREN: JR. ULDERICH WILHELM POLMAN, HARMEN CLASEN SAAGMAN, LAMBERTUS VAN DER TUICK. BOUWMEESTER: JAN WILLEMS MULDER. KERKVOOGDEN: HAVICK SCHULTENS, JAQUES PARS, JURRIEN BARTELS OOSTERHOF, KARS GEUCHIES TROMP. KLAAS CORNELIS OUDERMAN, SECRETARIS DER STAD APPINGEDAM, ANNO 1722.
Embleem: In een nest een pelikaan met jongen [Appingedam]. |
INWONERS DESER STADT, ALS GHY HOORT MYN GEKLANG / DAN SCHIKT U TOT UW DOODT OF TOT DEN TEMPELGANG. |
N.B. Niet meer aanwezig. Zie: Raadhuis Appingedam. Tekening door J. H. van Calker, 1834. |
GDW, blz. 161, nr. [602]. |
|
[603] | GEGOTEN ANNO 1763 ALS H. ALSTORPHIUS, R. EBELS, A. TONKENS, JR. J. C. BARON VAN DER BORCH, BORGERMEESTERS WAREN DER STAD APPINGEDAM; H. IDEMA SECRETARIUS, EN E. BRUCHERUS BOUMEESTER, EN G. HOVINGH, J. SCHELTES, J. ARTOPEUS, J. W. VAN LEHR KERKVOOGDEN WAREN. J. BORCHHARD FUDIT ENCHUSAE 1763.
IK NODIG OM TER GODSDIENST GAAN / IK KONDIG 'T WERK EN RUSTTYT AAN / EN GEEF VAN VREUGT OOK TEKEN / 'T VERSTERVEN EN BEGRAVINGSSTOND / IK AAN DE LEVENDE VERKOND / GEEFT ACHT DAN OP MYN SPREKEN. |
N.B. Sedert 1943 niet meer aanwezig. |
GDW, blz. 161, nr. [603]. |
|
3. Meubilair
a. Orgel
[604] | GEERT WOLTERS SMIT, POMPEIUS V. D. TUICK, ENNO EBELS, ARIS DRIFHAAMER BORGEMEESTREN DER STADT APPINGEDAM, EDE JANS DUMRINGH BOUMEESTER ANNO 1744.
OMGE JANS MULLER, ALBERT HINDRIKS SMIT, JAN VAN ELFRINCKHOF, JOHANNES ARTOPEUS KERKVOOGHDEN DER STADT APPINGEDAM, HERO IDEMA SECRETARIUS ANNO 1744.
Embleem: In een nest een pelikaan met vier jongen [Appingedam]. |
N.B. Tweede tekst afgebeeld: Gens nostra, 1968, blz. 8; GRK, 4 (1987) 102. Ook: Familieboek Idema. 1968. Blz. 16. Toegeschreven aan Casper Struiwig. GRK, 4 (1987) 116. |
|
[605] | IN 1810 IS DIT ORGEL GERENOVEERD DOOR DE KERKVOOGDEN H. WARENDORP, W. W. DYK, S. ENNES.
GDW, blz. 161, nr. [605]. |
|
b. Koorhek
[606] | Wapen: Gedeeld: I Maniel; II Kyft. Schildhouders: twee herten.
Kwartieren:
N.B. Vermeld: RAG, Archieven [De Marees] van Swinderen, inv. nr. 689. Afschrift 16 augustus 1759, zonder vermelding van wapenfiguren. Johannes van Maniel, burgemeester Appingedam tot 1665, gehuwd voor 18 maart 1635 Johanna Maria Kyff. Zie: NLW, 1925, k. 107-108, waar beschrijving verbetering behoeft, en 1941, k. 337. Vergelijk: GDW, nr. 3017. Wapen Mimger = Munster [1]. In 1993 is een aantal brokstukken teruggevonden op een zolder van de kerk. De wapens Maniel en Kyft bleken overgeschilderd te zijn met het stadswapen van Appingedam. Thans (2018) berusten de fragmenten in het Museum Stad Appingedam. Zie: GRK 18 (2001) 77. |
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Archieven [De Marees] van Swinderen, inv. nr. 689. Afschrift 16 augustus 1759, zonder vermelding van wapenfiguren. Johannes van Maniel, burgemeester Appingedam tot 1665, gehuwd voor 18 maart 1635 Johanna Maria Kyff. Zie: NLW, 1925, k. 107-108, waar beschrijving verbetering behoeft, en 1941, k. 337. Vergelijk: GDW, nr. 3017. Wapen Mimger = Munster [1]. |
GDW, blz. 161, nr. [606], waar het als niet meer aanwezig vermeld staat. |
|
c. Banken
[607] | Wapens: Rechts: Polman. Links: Van Mark.
N.B. Johan Frederik Polman, heer van Garreweer en burgemeester van Emden, overleden 15 juni 1710, gehuwd Emden 21 maart 1655 met Ida Johanna van Mark. Zie: Johannes C. Stracke. Die Wappen und Grabschriften der ehemaligen Gasthauskirche in Emden. Aurich 1963. Seite 18, 41. O. G. Houtrouw. Ostfriesland. I. Aurich 1889. Seite 444. |
GDW, blz. 162, nr. [607]. |
|
[608] | Wapens: Rechts: Doorsneden: A. twee tegen elkaar klimmende leeuwen; B. gedeeld, doch de deellijn ontbreekt: 1 drie klaverbladen, 1 en 2; 2 een naar rechts gewende gezichtswassenaar, vergezeld van een achtpuntige ster. Links: Doorsneden: A. op een terras een boom; B. een grote lelie en twee rozen, 1 en 2, doch vrijwel naast elkaar.
N.B. In de zuiderkapel. Enno Ebels, overleden 21 augustus 1746, en Cornelia Stenhuis, overleden 19 mei 1747. Zie: GDW, nr. 649. |
N.B. Enno Ebels, overleden 21 augustus 1746, en Cornelia Stenhuis, overleden 19 mei 1747. Zie: GDW, nr. 649. |
GDW, blz. 162, nr. [608]. |
|
[609] | Wapen: Groningen. Schildhouders: twee omziende leeuwen.
Twee ondefinieerbare spiegelmonogrammen. |
GDW, blz. 162, nr. [609]. |
|
[609A] | Wapen, vergezeld van de letters M.S.: Op een terras een omgewende moriaan, houdend in de rechterhand een omgekeerde pijl en in de linkerhand een op het terras rustende handboog met de pees aan de binnenzijde, de moriaan met hoofddoek, lendendoek, dragend over de schouder een pijlenkoker aan riem. Helmteken: een uitkomende moriaan, schuin omhoog schietend met een gespannen handboog en aangelegde pijl.
N.B. Koper. Sedert c. 1900 heimelijk particulier bezit. Menso Swart, van Emden, burger Appingedam, 29 november 1710. |
GDW, blz. 162, nr. [609A]. |
|
[609B] | Een gekroond huismerk nr. 924, vergezeld van de letters R.J. en het jaartal 1727.
N.B. Koper. Sedert c. 1900 heimelijk particulier bezit. |
GDW, blz. 162, nr. [609B]. |
|
[609C] | W.H. 1758.
Aan de achterzijde gesigneerd door de vervaardiger met een huismerk nr. 925, vergezeld van de letters K.D. |
N.B. Koper. Sedert c. 1900 heimelijk in particulier bezit. |
GDW, blz. 162, nr. [609C]. |
|
[609D] | Huismerk nr. 926, vergezeld van de letters C.T.
N.B. Koper. Sedert c. 1900 heimelijk in particulier bezit. |
GDW, blz. 162, nr. [609D]. |
|
[609E] | De letters W.E., later vervangen door huismerk nr. 603, vergezeld van de letters W.A.
N.B. Koper. Sedert c. 1900 heimelijk in particulier bezit. |
GDW, blz. 162, nr. [609E]. |
|
4. Voorwerpen ten behoeve van de eredienst
a. Doopbekkenhouder
[610] | A. BOK, 1792.
N.B. Koper. Afgebeeld: LGK, afb. nr. 74.163 |
GDW, blz. 162, nr. [610]. |
|
b. Bellen aan de collectezakken
[611] | D. F.
N.B. Zilver, XIXa. In tweevoud. Meesterteken van Derk Fokkens. |
GDW, blz. 163, nr. [611]. |
|
5. Gedenktekenen
a. Grafzerken
[612] | 1603, DEN 18 AUG. JAN PETERS.
GDW, blz. 163, nr. [612]. |
|
[613] | Kwartieren:
I. Rechts: Meckema. Links: Nauwelijks herkenbaar [vermoedelijk Tjarda van Starkenborgh]. Helmteken: Meckema.
II. Rechts: Gedeeld: I een halve adelaar, II een omgewende wassenaar [Unia]. Links: Gedeeld: I een halve adelaar, II een kleine omgewende wassenaar wellicht boven vergezeld van een lelie en onder van een roos [Juckema, variant]. Helmteken: slechts (enigszins) zichtbaar: een kop met gewei, denkelijk een uitkomend hert [Unia] .
III. Rechts: Een omgewende leeuw [Houwerda]. Links: Onherkenbaar [te verwachten is: Bolta]. Helmteken: Houwerda.
IV. Rechts: Popinge. Links: Slechts herkenbaar: een puntdak, dus denkelijk Loegen. Helmteken: Popinge. |
N.B. In het koor. Wapens nauwelijks herkenbaar. Fragmentarisch afgebeeld: MON, plaat VI, nr. 2 rechts; vergelijk aldaar plaat V, grote zerk rechts. Teksten vervangen door: GDW, nr. 633. Zie ook: GDW, nr. 624. Philippus of Pybe van Meckema, overleden 13 oktober 1606 en letien of Jetske Houwerda. Zie: M. de Haan Hettema en A. van Halmael jr. Stamboek van den frieschen ... adel. Leeuwarden 1846. Deel 1, blz. 271. Deel 2, blz. 185. |
I. Rechts: Meckema. Links: Onherkenbaar. Helmteken: Meckema.
II. Rechts: Onherkenbaar. Links: Gedeeld: I een halve adelaar, II een omgewende wassenaar. Helmteken: niet aangebracht.
III. Rechts: Houwerda. Links: Onherkenbaar. Helmteken: Houwerda.
IV. Rechts: Popinge. Links: Onherkenbaar, misschien Loegen. Helmteken: een lelie. |
N.B. Wapens nauwelijks herkenbaar. Fragmentarisch afgebeeld: MON, plaat VI, nr. 2 rechts; vergelijk aldaar plaat V, grote zerk rechts. Teksten vervangen door: GDW, nr. 633. Zie ook: GDW, nr. 624. Philippus of Pybe van Meckema, overleden 13 oktober 1606 en letien of Jetske Houwerda. Zie: M. de Haan Hettema en A. van Halmael jr. Stamboek van den frieschen ... adel. Leeuwarden 1846. Deel 1, blz. 271. Deel 2, blz. 185. |
GDW, blz. 163, nr. [613], waar de wapens iets minder volledig beschreven zijn. |
|
[614] | ANNO 1607, DEN 7 MAY, IS DEN EHRNVESTE UND ACHTBAREN EPPO HEERENS CHRISTLICHEN IN GODT DEN HEREN ENTSLAPEN.
Wapens: Rechts: Een omgewende leeuw. Links: Twee leliën naast elkaar, vergezeld van onderen van een roos. Helmteken: een uitkomende leeuw. |
GDW, blz. 163, nr. [614]. |
|
[615] | ANNO 1616, DEN 18 NOVEMBRIS, STARF DE ERB. UNDE WOLGELEERTE NICOLAUS REICHVELDT, CONRECTOER DER SCHOLEN IN APPINGEDAM.
Wapen: 3 klaverbladen op haare stengels staande. |
ICK GELOEVE IN GODT DEN VADER WEERDT / OCK IN GODT DEN SOENE HOECH GEERDT / UNDE IN GODT DEN HILLIGEN GEIST / EIN VERGEVINGE DER SUNDEN ALLERMEIST / OCK EN UPSTANDINGE DES VLEISCHES ALLEN BEREIT / GELOEVE OCK EIN EWIGES LEVENT IN EWICHEIT / AMEN. |
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: Jakobus Isebrandus Harkenroht. Oostfriesche oorsprongkelykheden. 2. dr. Groningen 1731. Blz. 505. |
GDW, blz. 163, nr. [615]. |
|
[616] | HIER LEIT BEGRAVEN RICKELE TOPPELS, IS GERUST INT JAER ONS HEERE ANNO 1619, DEN 25 MAERT.
GDW, blz. 163, nr. [616]. |
|
[617] | ANNO 1619, DEN 3 OCTOBER, IS DE ERBAER PETER PETERS VAN COEMEN IN DEN HEREN ENTSLAPEN, VORWACHTET EIN FROLICHE UPERSTANDINGE IN CHRISTO.
Huismerk nr. 83, vergezeld van de letters P.P. |
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 7. |
GDW, blz. 163, nr. [617]. |
|
[618] | 1624 IS DE EDEL ERENTRICKE FROOWE EEVA VAN AMSWER, HUSFROU VAN DEN EDELEN ERENTFESTEN JOHAN VAN LISSEBON, IN DEN HEREN GERUSTET.164
Wapen: Een gekroonde vogel, dragend in zijn bek een boog. |
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 7. |
GDW, blz. 163, nr. [618]. |
|
[619] | DEN 20 JULIUS 1625 IS DEN EDELEN ERENTFESTEN JUNCKER JOHAN VAN LISSEBOON IN DEN HEEREN GERUST, WIENS SIELE VORWACHT HIER EEN SAELLIGE OPERSTANDINGE IN CHRISTO.
Wapen: Een omgewende gekroonde leeuw en vier smalle dwarsbalken tussen de schildrand en de rug van de leeuw, tussen het oor en de inplanting van de staart [Lissebon]. Helmteken: een uitkomende gekroonde leeuw. |
N.B. In noorderkapel. Hierbij: GDW, nr. 673. |
GDW, blz. 164, nr. [619]. |
|
[620] | Wapens: Rechts: Een gekroonde omgewende leeuw en tussen de rug van de leeuw en de schildrand vier versmalde dwarsbalken [Lissebon]. Links: Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns [Buckhorst]. Helmteken: een omgewende uitkomende gekroonde leeuw.
Kwartieren, voor zover herkenbaar: I Moeilijk herkenbaar. Helmteken: moeilijk herkenbaar. II [op moment van waarneming bedekt door opklaptafel]. Helmteken: drie struisveren. III Moeilijk herkenbaar. Helmteken: moeilijk herkenbaar. IV Gedeeld: I een halve adelaar; II op een terras een boom. Helmteken: een boom. |
N.B. In noorderkapel. Tekst en randschrift vrijwel onherkenbaar gemaakt. Lucas van Lissebon, gehuwd Appingedam 1619 na proclamatie Groningen 8 mei 1619 Elisabeth Buckhorst, als weduwe overleden na 7 oktober 1651. Zie: NLW, 1956, k. 13. RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 881, blz. 338 verso. Vergelijk GDW, nr. 690. |
Wapens: Rechts: Een gekroonde omgewende leeuw en tussen de rug van de leeuw en de schildrand vier versmalde dwarsbalken [Lissebon]. Links: Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns [Buckhorst]. Helmteken: een uitkomende gekroonde leeuw. |
N.B. Meerdere exemplaren. Fragment van kinderzerkje in bezit van de heer H. Bolt, Appingedam. RAG, Fotoverzameling. Lucas van Lissebon, gehuwd Appingedam 1619 na proclamatie Groningen 8 mei 1619 Elisabeth Buckhorst, als weduwe overleden na 7 oktober 1651. Zie: NLW, 1956, k. 13. RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 881, blz. 338 verso. |
GDW, blz. 164, nr. [620], waar vermeld wordt 'Meerdere exemplaren'. De kwartieren en het onleesbare randschrift worden daar niet genoemd. Vermoedelijk zijn de kwartieren beschreven onder GDW, nr. 690. |
|
[620A] | Wapens: Rechts: Een gekroonde omgewende leeuw en tussen de rug van de leeuw en de schildrand vier versmalde dwarsbalken [Lissebon]. Links: Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns [Buckhorst]. Helmteken: uitgehakt, moeilijk herkenbaar.
N.B. Op zolder. Lucas van Lissebon, gehuwd Appingedam 1619 na proclamatie Groningen 8 mei 1619 Elisabeth Buckhorst, als weduwe overleden na 7 oktober 1651. Zie: NLW, 1956, k. 13. RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 881, blz. 338 verso. |
Wapens: Rechts: Een gekroonde omgewende leeuw en tussen de rug van de leeuw en de schildrand vier versmalde dwarsbalken [Lissebon]. Links: Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns [Buckhorst]. Helmteken: een uitkomende gekroonde leeuw. |
N.B. Lucas van Lissebon, gehuwd Appingedam 1619 na proclamatie Groningen 8 mei 1619 Elisabeth Buckhorst, als weduwe overleden na 7 oktober 1651. Zie: NLW, 1956, k. 13. RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 881, blz. 338 verso. |
GDW, blz. 164, nr. [620], waar vermeld wordt 'Meerdere exemplaren'. |
|
[620B] | Wapens: Rechts: Een gekroonde omgewende leeuw en tussen de rug van de leeuw en de schildrand vier versmalde dwarsbalken [Lissebon]. Links: Slechts zichtbaar: twee hoefjes. Zal zijn geweest: Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns [Buckhorst].
N.B. Fragment van kinderzerkje in bezit van de heer H. Bolt, Appingedam. RAG, Fotoverzameling. Lucas van Lissebon, gehuwd Appingedam 1619 na proclamatie Groningen 8 mei 1619 Elisabeth Buckhorst, als weduwe overleden na 7 oktober 1651. Zie: NLW, 1956, k. 13. RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 881, blz. 338 verso. |
Wapens: Rechts: Een gekroonde omgewende leeuw en tussen de rug van de leeuw en de schildrand vier versmalde dwarsbalken [Lissebon]. Links: Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns [Buckhorst]. Helmteken: een uitkomende gekroonde leeuw. |
N.B. Meerdere exemplaren. Fragment van kinderzerkje in bezit van de heer H. Bolt, Appingedam. RAG, Fotoverzameling. Lucas van Lissebon, gehuwd Appingedam 1619 na proclamatie Groningen 8 mei 1619 Elisabeth Buckhorst, als weduwe overleden na 7 oktober 1651. Zie: NLW, 1956, k. 13. RAG, Archieven hoge justitiekamer, inv. nr. 881, blz. 338 verso. |
GDW, blz. 164, nr. [620]. |
|
[621] | ANNO 1627, DEN 8 JULIUS, IS IN DEN HEERE VORSTORVEN DEN EERSAMEN HOPMAN JAN LUITIENS, VERWACHTENDE EEN FROLICKE OPSTANDINGE.
Wapen: Gedeeld: I een halve adelaar; II doorsneden: a. huismerk nr. 84; b. een klaverblad. Helmteken: een klaverblad. |
Bijbeltekst: Filipp. 1:21. |
GDW, blz. 164, nr. [621]. |
|
[622] | ANNO 1636, DEN 21 JUNII, IS CHRISTELICKEN IN DEN HEREN ONTSLAPEN DIE ERBAR PETER CLASEN, BORGERHOPMAN IN DER STADT APPINGADAM, OLT INT 37 JAER, VERWACHTENDE EIN SALIGE UPERSTANDINGE DORCH CHRISTUM.
GDW, blz. 164, nr. [622]. |
|
[623] | ANNO 1641, D. 9 OCT., STARF AVE EGBARTS, D. HUISFROU VAN ECCO KLAESEN.
Wapen: Huismerk nr. 85, vergezeld van de letters A.E. |
GDW, blz. 164, nr. [623]. |
|
[624] | DE WELGEBOOREN VROUW CATHARINA VAN HEERMA
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: Gemeentearchief Leeuwarden. Wapenboek Gerrit Hesman [1708?], blz. 63. Bij naam TER BORG staat variant van wapen Loegen, bij naam LOUGEN het wapen Popinge. Catharina van Heerma overleden in kraambed Delfzijl 18 juli 1642 en 28 juli 1642 begraven, vrouw van kapitein-majoor Menno Houwerda van Meckema, commandeur Delfzijl. Zie: Provinciale bibliotheek van Friesland, pamflet, taal en letterkunde, nr. 2910. Vergelijk aldaar: Handschrift Doys, doel 2, blz. 461, kwartieren van Snelger Meckema, overleden 1625 Ee, Dongeradeel, 1625.165 |
GDW, blz. 164, nr. [624]. |
|
[625] | ANNO 1652, DEN 7 OCTOBER, IS IN DEN HEEREN GERUST DE EER EN DEUCHTSAME VROU BOWCO JURJENS [N]OORDENDORPH, HARES OLDERDOMS INT 23 JAER, GEWESENDE HUISVROUWE VAN DEN E. PETER LAMCKES MEDENDORPH, VOORWACHTENDE EEN SALIGE OPSTANDINGE IN CHRISTO.
Wapens: Rechts: Op een terras een voor een boom gaand wild varken. Links: Twee springende wolven onder elkaar. Helmteken: een uitkomend wild varken. |
Bijbeltekst: Filipp. 1:21. |
GDW, blz. 165, nr. [625]. |
|
[626] | A° 1660, KAL. OCT., PIE IN CHRISTO OBIIT VIR REVERENDUS LAUR. PIMPERLINCK, S.S.T.D. HUIUS ECCLAE PASTOR QUI HOC SUB TUMULO QUIESCIT DONEC OSSA EIUS SERVATOR IN UNIVERSALI ΑΝΑΣΤΑΣΕΙ RESUSCITABIT.
Wapens: Rechts: Gedeeld: I een met een kromzwaard zwaaiende leeuw; II drie rechterschuinbalken. Links: Gedeeld: I een dwarsbalk, beladen met een ster en een naar rechts gewende wassenaar naast elkaar, de dwarsbalk vergezeld van drie klaverbladen; II drie duidelijke, doch moeilijk te beschrijven voorwerpen, die doen denken aan zwaar gestileerde boomtronken. Helmteken: een vlucht, waartussen een uitkomende met een kromzwaard zwaaiende leeuw. |
N.B. Zie: GDW, nr. A273A. ΣΤ in ligatuur. Sterfdag 1 oktober. Vergelijk wapen: GDW, nr. 2132. Zie GRK, 22 (2005) 105-120. |
A° 1660, KAL. OCT., PIE IN CHRISTO OBIIT VIR REVERENDUS LAUR. PIMPERLINCK, S.S.T.D. HUIUS ECCLAE PASTOR QUI HOC SUB TUMULO QUIESCIT DONEC OSSA EIUS SERVATOR IN UNIVERSALI ANASTASEI RESUSCITABIT. |
O HOMO SIT IESUS TIBI CHRISTUS. |
Beeldhouwwerk: Een borstbeeld van een man, gekleed in toga en baret, houdend een met krappen gesloten boek. |
N.B. ANASTASEI in griekse letters, ST in ligatuur. Sterfdag 1 oktober. Vergelijk wapen: GDW, nr. 2132. |
GDW, blz. 165, nr. [626]. |
|
[627] | ANNO 1661, DEN 3 SEPTEMBRIS, IS DEN EERENTVESTEN JELTO ACKAMA, COOPMAN BINNEN APPINGADAM, IN DEN HEEREN GERUST, VERWAGHTENDE EEN VROLYCKE OPERSTANDINGE IN CHRISTO JESU, OLT IN HET 31 JAER.
Wapens: Rechts: Op een terras een in de rechterflank omhoog groeiende, vrijwel horizontaal naar links omgebogen boomtak, waaruit aan het einde een hartvormig blad en waarop een omgewende staande roofvogel met een om de hals gestrikt lint. Links: een wildeman dragend op de rechterschouder een knots en in de opgeheven linkerhand aan een riem een schild, waarop in een nest een pelikaan met jongen. Helmteken: een staande roofvogel met een om de hals gestrikt lint. |
GDW, blz. 165, nr. [627]. |
|
[628] | ANNO 1666, DEN 10 SEPTEMBER, IS DIE EER ENDE DEUCHDENTRICKE VROUWE SYABBETIEN DRIEWES, WED. WYL. CLAES HOMMES, IN DEN HEEREN GERUST, VERWACHTENDIE EYN [S]ALYGE OPPERSTANDINGE IN CHRYSTO JESU, OLT SINDE 80 JAREN.
Wapens: Rechts: Gedeeld: I drie spoorraadjes onder elkaar; II op een gewelfd terras een op een bladerloze boom staande roofvogel met een om de hals gestrikt lint. Links: Gedeeld: I drie klaverbladen onder elkaar; II op een gewelfd terras drie gebladerde korenhalmen naast elkaar. Helmteken: een staande roofvogel met een om de hals gestrikt lint. |
GDW, blz. 165, nr. [628]. |
|
[629] | ANNO 1670, DEN 7 FEBRUARY, IS IN DEN HEREN GERUST DE DEUGSAME VROU TRYNTYEN ALLES, WEDUWE VAN DE E. PASTOOR AVERES, GEWESENE HUISFROU VAN HOPMAN COOP HINDRICX.
Wapens: Rechts: Gevierendeeld: I twee omgekeerde degens met afgewende gevestbeugels, schuinkruislings; II een met twee pijlen van boven naar beneden schuinkruislings doorstoken hart; III twee naar rechts gewende gezichtswassenaars naast elkaar; IV huismerk nr. 86, aan de voet vergezeld van de letters T.A. Links: Gedeeld: I een omgewende leeuw II een aanziende mensenschedel en twee schuingekruiste doodsbeenderen onder elkaar;166 en het schild met een golvende schildvoet, golvend doorsneden van drie stukken. Helmteken: twee omgekeerde degens met afgewende gevestbeugels, schuinkruislings. |
Bijbeltekst: Filippensen 1:21. |
N.B. Hierbij: GDW, nr. 674. Weduwe van Gerhardus Averes, predikant Warffum. Zie: Gruoninga, 1966, blz. 29, 30. |
GDW, blz. 165, nr. [629]. |
|
[630] | A° 1673, DEN ... AUGUSTI, OBIIT D. IOHANNES CLOECK, SCHOLAE DAMMONENSIS CONRECTOR.
Wapens: Rechts en links: Een spiegelmonogram, gevormd van de letters J.C. Helmteken: drie korenhalmen. |
QUIESCIMUS DOMUM HANC CUM ADIMUS ULTIMAM. |
GDW, blz. 166, nr. [630]. |
|
[631] | A° 1685, DEN 13 JANUARI, IS DE EER EN DEUCHTRYCKE CATHARINA LUINCHUSEN, WED. VAN DE HEER LAUR. PIMPERLINGH, S.S.TH.DR. EN PASTOR IN APPINGADAM, GODSALIGH IN DEN HEERE GERUST EN ALHIER BEGRAVEN.
Wapens: Rechts: Gedeeld: I een met een kromzwaard zwaaiende leeuw; iI drie rechterschuinbalken. Links: Gedeeld: I een dwarsbalk, beladen met een ster en een naar rechts gewende wassenaar naast elkaar, de dwarsbalk vergezeld van drie klaverbladen; II drie duidelijke doch moeilijk te beschrijven voorwerpen, die doen denken aan zwaar gestileerde boomtronken. Helmteken: een vlucht, waartussen een uitkomende met een kromzwaard zwaaiende leeuw. |
ALLE, DIE OP MY TREEDEN / DIE NEEMEN EXSEMPEL AN MY / AL LIGGE ICK HIER BENEDEN / ICK HEBBE GEWEST ALS GY. |
GDW, blz. 166, nr. [631]. |
|
[632] | ANNO 1690, DEN 19 MAJUS IS DEN EERSAMEN RAANCK JANSEN, IN SYN LEVEN BORGER ENDE COOPMAN DER STADT APPINGADAM, IN DEN HEERE ONTSLAEPEN IN HET 50 JAER SYNES OUDERDOOMS, VERWACHTENDE DOOR GODTS GENADE MET ALLE WAERE GELOOVIGEN EEN SAELIGE OPSTANDINGE TEN EEUWIGEN LEVEN ALLEEN DOOR JESUM CHRISTUM.
Wapen: Huismerk nr. 87, vergezeld van de letters R.I. en van drie klaverbladen. |
NU WY WEETEN, DAT ONS EERTSCHE VLEYS / EENS MOET EN NEMEN EEN LANGE REYS / SOO LAAT ONS MAKEN EEN VAST GEBOUW / DAARIN ONS ZIEL MOET RUSTEN SONDER ROUW / DOCH ONS BOOM DIE LEYT HET IS ALS 'T AL / OG HY DIE LEEFT BEREYDT SULCX VOORAL. |
N.B. Bij vlasfabriek. Tekst onherkenbaar. Vermeld: GSL, blz. 9. |
GDW, blz. 166, nr. [632]. |
|
[633] | A° 1695, DEN 1 JUNY, IS IN DEN HEERE GERUST D'H.EDELWELGEBR. HEER HENRIC VAN STEENHUYSEN, HEER OP SNELGERSMA IN APPINGADAM MET ANNEXEN, JR. EN HOVELINGH, SCHEPPER DER DRIE DELFZYLEN, MEDE GEDEPUTEERDE STAAT DESER PROVINCIE, IN HET 58STE JAER SYNES OUDERDOOMS.
DE HOOGEDELGEBOOREN MEVROUW ANNA VAN WALTA, IN LEVEN HUISVROUW VAN D'HOOGEDELGEBOOREN HEER H. VAN STEENHUISEN, OBIIT D. 23 OCTOBR 1723, AETA 72 JAAR.
Wapens: Rechts: Gevierendeeld: I en IV drie ongesnoerde jachthoorns met de mondopeningen aan de buitenzijden; II en III twee gevleugelde arendsbenen. Links: Van Walta, Helmteken: drie struisveren, waarvoor een jachthoorn. |
HY, D' ZYN HART DE GODSDIENST GAFF / TOT RUSTPLAETZ, RUST HIER IN DIT GRAF / NU CRONEN HEM ZYN DEUGHDEN WEER: / ZYN ZIEL MET HEYL, ZYN NAEM MET EER. |
GDW, blz. 166, nr. [633]. |
|
[634] | POLITIORUM LITERARUM INSIGNI PERITIA CELEBRI ET SPECTATAE SANCTIMONIAE EXIMIAEQUE PIETATIS VIRO D.D. EPPONI IPPIO, PASTORI ET RECTORI HUIUS URBIS ET FIDELISSIMO ET VIGILANTISSIMO, 12 OCTOB. 1697 POSTQUAM 44 ANNIS, 7 MENSIBUS VIXISSET NOBIS ET UNIVERSAE CIVITATI LUCTUI. DEO REDDITO PRO HIS ET CAETERIS SUIS OFFICIIS IUSTISSIME BENEVOLE LECTOR, HOS ULTIMOS TUMULI HONORES OMNES BONI SACRANT.
GDW, blz. 167, nr. [634]. |
|
[635] | ANNO 1699, DEN 6 DECEMBER, IS DEN EERSAEME JAN EGBERTS KONINCK, IN ZYN LEVEN DIENAER DER HEEREN BORGEMESTEREN EN EETGENOTEN EN VAENDRYCH DER STADT APPINGEDAM, GERUSTET IN DEN HEERE ... IN HET 43 JAER SYNS OUDERDOMS, VERWACHTENDE MET ALLE GELOVIGEN EENE SALIGE OPSTANDINGE ALLEEN DOOR GELOVIGEN EENE SALIGE OPSTANDINGE ALLEEN DOOR JESUM CHRISTUM.
Wapen: Een lelie, vergezeld van boven van twee rozen naast elkaar. |
Bijbeltekst: Romeinen 8:18. |
N.B. Begraafplaats op de wierde. Deels onherkenbaar. Vermeld: HVH. |
GDW, blz. 167, nr. [635]. |
|
[636] | ANNO 16 ... IS DE DOEGETSAME JACOBTIEN PIETERS ... VERWACHTENDE EEN VROLICKE OPSTANDINGE IN CHRISTO.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 7. |
GDW, blz. 167, nr. [636]. |
|
[637] | ANNO 1700, DEN 30 NOVEMBRIS, IS DE EERSAME JAN EBELS, BORGER EN KOOPMAN DER STADT APPINGADAM, IN DEN HEERE ONTSLAPEN, ZYNDE IN HET 54ste JAER SYNS OUDERDOMS, VORWAGTENDE VOORTS MET ALLE GELOVIGEN EEN ZALIGE OPOPSTANDINGE IN SYN SALIGMAKER JESUS CHRISTUS.
Medaillon: Huismerk nr. 88, vergezeld van de letters I.E. |
VEELTYTS BEN IK GEVAAREN / DOOR ZEEN EN WOESTE BAAREN / IN DOODSGEVAAR, NU RUST / MYN ZIEL BY GODT IN LUST / THANS LEYT MYN LIGHAAM NEDER / IN D'AARD, MAAR SAL EENS WEDER / DOOR CHRISTI KRAGT OPSTAAN / EN DAN TEN HEMEL GAAN. |
GDW, blz. 167, nr. [637]. |
|
[638] | A° 1717. TER GEDACHTENIS VAN DE AGTB. P. VAN DER TUIK, BORGEMR DEZER STAD, OVERLEDEN IN 'T 40sTE JAAR, EN VROU GEESJEN JACOBS, IN 'T 31STE JAAR HAARS OUDERDOMS.
Wapen: Gedeeld: I op een terras een tegen een boom klimmend omgewend hert; II doorsneden: a. een haan; b. drie klaverbladen, 1 en 2. |
GDW, blz. 167, nr. [638]. |
|
[639] | 1720, DEN 15 NOVEMBER, IS DE DEUGTSAME SAERTIEN BERENTS VAN GEUNS, WEDUWE VAN SIMEN JANSEN BLAUPOT EN LAETST HUISVROUW VAN GERRIT BERENDS HULSHOF, DESER WERELT OVERLEDEN IN 72 JAER HAERS OUDERDOMS, VERWAGTENDE EEN SALIGE OPSTANDINGE DOOR CHRISTUM JESUM.
Wapen: Gedeeld: I een pot met drie poten en een hengsel, vergezeld van de letters S. B.V.G.; II huismerk nr. 89. |
GDW, blz. 167, nr. [639]. |
|
[640] | ... [DE]CEMBRIS ... E DE ... BALDRIN[GA] ... HOPMAN ... [V]ERWAG ... NDINGE ... LEVENT.
N.B. In zuiderkapel. Grotendeels bedekt door GDW, nr. 608. Vergelijk: GDW, nr. 641.168 |
N.B. Grotendeels bedekt door GDW, nr. 608. Vergelijk: GDW, nr. 641.168 |
GDW, blz. 167, nr. [640]. |
|
[641] | ANNO 1721, DEN 19 MARTII, ONTSLIEP IN DEN HEERE D. E. TRYNTYN ARIS, WEDUWE VAN DE E. HINDRIK CLAASEN BALDRINGA, IN SYN LEVEN HOPMAN EN COOPMAN TE APPINGADAM, INWAGTENDE DE OPSTANDINGE VAN HAAR LIGHAAM IN HEERLYKHEYD.
N.B. In zuiderzijbeuk. Vergelijk: GDW, nr. 640. |
GDW, blz. 168, nr. [641]. |
|
[642] | MARIA HARKENROHT, DOGTERTJE VAN HR. JAC. ISEBR. HARKENROTH, PREDIKANT EN RECTOR IN APPINGADAM, EN VR. ANNA INDYS, EGTELIE[DEN], IS GEBOOREN DEN 5, GESTORVEN D. 22 JULY AO. 1722, BEGRAAVEN D. 27.
GDW, blz. 168, nr. [642]. |
|
[643] | A° MDCCXXIX, DIE XXII MARTII, DOCTISSIMUS IUVENIS, DILIGENTIAE EXEMPLAR, IOHANNES ANDREAS HARKENROHT, RYSUMO FRISIUS ORIENTALIS, S.S. THEOL. ELOQ. ET LING. ORIENTALIUM STUDIOSUS PER TRIENNIUM GRONINGENSIS, HIC APPINGEDAMMONAE APUD PARENTES, DIEM SUPREMUM, PIE AC PLACIDE IN CHRISTO CLAUSIT PLEURITIDE, AETATIS SUAE XXI. IPSIS CALENDIS APRILIS, IN TEMPLO CIVITATIS HUIUS, IN SPEM BEATAE RESURRECTIONIS SEPULTUS. CUI FILIO UNICO IACOBUS ISEBRANDI HARKENROHT, ECCLESIASTES AC RECTOR, ET ANNA INDYS, EMETHANI, CONIUGES MOESTISSIMI, H.M.P.C.
Wapen: Een versmalde dwarsbalk, vergezeld van drie klokken. Helmteken: een uitkomende geklede man met pruik en strik en met een breedgerande hoed. |
N.B. In zuiderkapel. Vrijwel onherkenbaar. Vermeld: Jakobus Isebrandus Harkenroht. Oostfriesche oorsprongkelykheden. 2. dr. Groningen 1731, Blz. 787. |
N.B. Vrijwel onherkenbaar. Vermeld: Jakobus Isebrandus Harkenroht. Oostfriesche oorsprongkelykheden. 2. dr. Groningen 1731, Blz. 787. |
GDW, blz. 168, nr. [643]. |
|
[644] | ANNO 1729, DEN 13 NOVEMB., IS DE DEUGTRYKE VROUW GRIETIE BALDRINGA, HUISVROUW VAN DE E. EERW. GERHARD ALBERTHOMA, PASTOR TE APPINGADAM, INT 60STE JAAR HAARS LEEVENTS ZEER CHRISTELYK 1N DEN HEERE ONTSLAPEN EN WEL IN EEN VERSEKERDE HOOPE, DAT OOK HAAR VLEES EENS VAN HAARE JESUS TOT EEUWIGE HEERLIKHEID ZAL OPGEWEKT WORDEN.
GDW, blz. 168, nr. [644]. |
|
[645] | A° 1734 DEN 16 DECEMBR STERF DE EERBAARE VROU BIELTJEN VAN DER TUIK, HUISVROU VAN DE E. WILLEM TONKENS, BORGEMEESTER DER STADT APPINGADAM, VERWAGHTENDE EEN ZAALIGE OPSTANDINGE TEN EEUWIGEN LEEVEN.
GDW, blz. 168, nr. [645]. |
|
[646] | HINDRIK JAN WIERINGA, ZOON VAN MARTINUS WIERINGA, PASTOR DER GEMEENTE EN RECTOR DER SCHOLEN IN APPINGEDAM EN DESZELFS HUISVROUW ETTIN DRONRYP, OVERLEDEN DEN XVI NOVEMBER 1738, OUD IV JAREN, IX MAANDEN EN X DAGEN.
Wapens: Rechts: Op een terras een uit een bos van vier bomen komend omgewend springend hert. Links: Gedeeld: I een halve adelaar; II op een terras twee korenhalmen, elk met twee bladeren. Helmteken: een uitkomend hert. |
GDW, blz. 168, nr. [646]. |
|
[647] | ANNO 1739, DEN 30 AUGUSTIS, IS ... KLAAS KLUISMAN, ... BORGER EN CHYRURGYN [VAN] DER STADT APPINGEDAM, SEER CHRISTELYCK IN DEN HEERE ONTSLAAPEN IN SYN OUDERDOM VAN 25 JAAREN EN 2 MAENDEN, VERWAGTENDE DOOR GODTS GENAADE MET ALLE WAARE GELOOVIGEN EEN ZAALIGE OPSTANDINGE TEN EEUWIGE LEEVEN ALLEEN DOOR JESUS CHRISTUS.
Wapen: Een mensenschedel zonder onderkaak, ondersteund door twee doodsbeenderen schuinkruislings.169 |
VRAAGT GY, LEEZER, WIE HIER LEIDT / EEN BLOEM DER JEUGD IN VOLLE KRAGTEN / EEN ARTS EN KONST VEST UW GEDAGTE / HIER OP EN LEEV TER DOODT BEREIDT. |
GDW, blz. 168, nr. [647]. |
|
[648] | PERGRATAE MEMORIAE PLURIMUM REVERENDI VIRI DN. GERHARDI ALBERTHOMAE, ENGELB. FIL., ECCLESIAE DAMMONENSIS ANNIS 41 MENS. 6 PASTORIS VIGILANTISSIMI NATI 29 MAII 1669, DENATI 17 OCTOBRIS 1739. GENER ET NEPOTES H.M.F.P.
GDW, blz. 169, nr. [648]. |
|
[649] | TER GEDAGTENISZE VAN DEN AGTB. ENNO EBELS. BORGEMEESTER, CURATOR SCHOLARUM DER STAD APPINGADAM EN OUDERLING DIER GEMEENTE, OVERLEDEN DEN 21 AUGUST. 1746, OMTRENT 51 JAREN OUD, EN VAN VROU CORNELIA STENHUIS, BOVENGEM. BORGEMT. EGTGENOOT, VERSTORVEN DEN 19 MAAY 1747 IN 'T 47STE JAAR HARES OUDERDOMS.
Wapens: Rechts: Doorsneden: A. gedeeld: 1 een omgewende gezichtswassenaar, vergezeld van een ster; 2 drie klaverbladen, 1 en 2; B. op een terras twee tegen elkaar klimmende leeuwen. Links: Doorsneden: A. op een terras een boom met twee uit de kruin afhangende eikels; B. een lelie, vergezeld van onderen van twee natuurlijke rozen naast elkaar. |
KINDERLYKE TREURKLAGTE / ONZ' OUDERS, ONS ZO LIEF, ZO WAARD / ALS D'APPELS ONSER VYF PAAR OGEN / HELAAS ONS AL TE VROEG ONTTOGEN / HIER ZAGJES RUSTEN ONDER D'AARD / HAAR LIEFD EN ZORG VOOR ONS WY ROEMEN / MAAR HOGER NOG HAAR EINDLOOS LOT / DAT SY GENIETEN BY HAAR GOT / WAARDOOR DE BESTE HAAR ZALIG NOEMEN. |
GDW, blz. 169, nr. [649]. |
|
[650] | VIRO DOCTRINA PIETATEQUE PRAESTANTI IOHANNI CHRISTOPHORO BRUCHERO, TIAMSWEERAE, EMBDAE AC APPINGEDAMI V. D. MINISTRO, HUIUSQUE GYMNASII RECTORI VIGILANTISSIMO, D. 14 NOV. 1750, AETAT. 52, MINIST. 31, MORTUO H.M.P. FIL.
GDW, blz. 169, nr. [650]. |
|
[651] | GEDAGTENIS VAN TETJE EVERS, DIERBARE EGTGENOOT VAN BOELE HEFTINGH, IN OUDERDOM 42 JAAR EN RUIM 2 MAANT IN DE HERE GERUST DEN 25 MEERT 1752.
EEN LIEVE EN EEN OPREGTE VROUW / EEN MOEDER VOL VAN ZORGE EN TROUW / DER WEZEN STEUNZEL EN HULP METEEN / HAAR LICHAAM RUST ONDER DEZEN STEEN. |
N.B. Begraafplaats op wierde. |
GDW, blz. 169, nr. [651]. |
|
[652] | TER GEDACHTENIS VAN JUFFROUW JANNA EBELS, ECHTGEN. VAN DN. H. H. BRUCHERUS. WAS CHRISTUS HAAR HET LEVEN, HET STERVEN WIERD HAAR GEWIN DEN 16 FEBR. 1753, OUD 21 JAAR.
GDW, blz. 169, nr. [652]. |
|
[653] | LUITJEN HUTTENGA, BORGERHOPMAN EN MEDE SCHUTTENRIGTER IN DIER TYD DEZER STAD APPINGEDAM, OOK MEDE COLATOOR TOT VRIESCHELOO EN OPWYRDA, IS IN DEN HEERE GERUST DEN 2ISTEN JUNI 1765 EN IN HET 80STE JAAR ZYNES OUDERDOMS.
Wapen: Gedeeld: I een lelie; II drie rozen. Helmteken: een uitkomend hert. |
WAT HEEFT MY DIE WEERELDT GEEVEN / DAN VERDRIET EN MOEILYKHEIDT / WEL HEN, DIE IN JEZUS LEEVEN / EN DEN HEEMEL IS BEREIDT. |
N.B. In zuiderzijbeuk. Afgebeeld: L. J. Hut. Genealogie Hut. 2e druk. Groningen 1968. Blz. 6. |
N.B. Afgebeeld: L. J. Hut. Genealogie Hut. 2e druk. Groningen 1968. Blz. 6. |
GDW, blz. 169, nr. [653]. |
|
[654] | ANNO 1769, DEN 11 MAAY, IS DE EERBAARE MENTJE ALBERTS, HUISVROUW VAN D. E. PIER ANNES, MEULENMAAKER DER STAD APPINGEDAM, IN 'T 31STE JAAR HARES OUDERDOMS OVERLEEDEN.170
N.B. Gewestelijk historisch museum, Appingedam. |
GDW, blz. 169, nr. [654]. |
|
[655] | DE HEER ENGELBARTUS BRUCHERUS, JUFFR. AAFIEN EBELS ECHTGEN., J.C. ZOON EN H.H. BROEDER, KLEINZOON VAN G. ALBERTHOMA, BOUWMR. EN LIEUTEN. DEZER STEDE, EIGENERFDE TEN LANDSDAG, OVERLEED DEN 27 FEBR. 1770, OUD BYNA 44 JAAR.
Wapen: Drie rozen op gebladerde stengels, waaiervormig komend uit het midden van de bovenkant van een in de schildvoet liggende gesnoeide tak. |
GDW, blz. 170, nr. [655]. |
|
[656] | TER GEDAGTENIS VAN DEN WELED. HR DE HEER HENRICUS WYCHGEL, IN LEVEN SOLLICITEUR MILITAIR, OUD BYNA 48 JAREN, OVERLEDEN DEN 30 DECEMBR 1775, TOEN HY VAN HET LICHT IN DUISTERNIS WIERD OVERGEBRAGT, VERWAGTENDE EEN OPSTANDINGE DER DODEN ALLEEN UIT VRYE GENADEN IN JESUM CHRISTUM ONSEN HEERE.
Wapen: Gedeeld: I een dwarsbalk, beladen met drie sterren naast elkaar, de dwarsbalk vergezeld van drie leliën; II voor zover herkenbaar: doorsneden en in de bovenhelft een sterretje. Helmteken: drie ingehoekte vaantjes, waarvoor een uitkomende man of vrouw met molensteenkraagje en op het hoofd een naar boven gewende wassenaar, de man of de vrouw met aan elke zijde drie zijwaarts gerichte doch niet gestrekte armen, eindigend in klauwen. |
GDW, blz. 170, nr. [656]. |
|
[657] | HERMANNUS HUIS, IN LEVEN MEDICINE DOCTOR IN APPINGADAM, OVERLEDEN 22 OCTOBER 1776 IN DEN OUDERDOM VAN 62 JAREN.
Wapen: Een breed huis van één verdieping, met een schilddak, waarop twee schoorstenen, twee ramen aan beide zijden van een brede middenpartij, gevormd door een stoep van drie treden, een brede deuromlijsting met een raam daarboven in een boven de nok van het schilddak uitkomende puntgevel, en een grote adelaarskop, uitkomend achter de nok van het schilddak tussen de middenpartij en de linker schoorsteen, reikend met de snavel tot tussen deze middenpartij en de rechter schoorsteen. |
EEN LANG BEPROEFDE ERVARENHEIT / MET NOESTE VLYT WEL ANGELEIT / BRAGT HUIS IN GROTEN WAARDEN / EN AGTINGE BY IEDEREEN / EEN MAN ZOO ZELDZAAM ONGEMEEN / RUST HIER NU IN DEN AARDEN / EEN GROTEN ARTS, DIE VEERTIG JAAR / ZOO MEENIG LYDER UIT GEVAAR / EN VELERHANDE PYNEN / GEHOLPEN HEEFT, IS NU NIET MEER / EEN HOOGE STEM SPRAK: LEGT U NEER / GY ZULT TOT STOF VERDWYNEN / DUS GING DEEZ GROTEN DOCTOR HUIS / OP GODS BEVEL NA 'T EEUWIG HUIS. |
GDW, blz. 170, nr. [657]. |
|
[658] | FREDERYCA FOLKERS, WED. VAN HERMANNUS HUIS, OVERLEDEN DEN 20 FEBR. 1781 IN DEN OUDERDOM VAN 74 JAREN.
Wapen: Op een terras een omgewende springende eenhoorn. |
HIER RUST EEN WAARDE VROUW / IN EER EN DEUGT GETROUW / EEN MOEDER VOL VAN WAARDEN / EEN DORCAS SOET EN SAGT / EEN DEU ... VOOR HAAR GESLAGT / RUST HIER NU IN DEEZ AARDEN / GOD SPRAK OOK NA ZYN WIL / KOM, LEGT U NEDER STIL / GY ZULT NU ZYN ONTSLAGEN / VAN WERELDS MOEIT EN KRUIS / IK ROEP U NU OOK IN HUIS / DIT IS MYN WELBEHAGEN / DUS GING OOK FREDERIKA HEEN / DEN WEG VAN ALLE VLEES BETREEN. |
GDW, blz. 170, nr. [658]. |
|
[659] | DE HEER ARENT TONKENS, IN LEVEN BORGEMEESTER DER STAD APPINGADAM, OVERLEDEN DEN 18 NOVEMBER 1783 IN DEN OUDERDOM VAN BIENA 80 JAREN.
MEJUFFROUW MARGRIETA VAN WEERDEN, HUISVROUW VAN DE HEER BORGEMEESTER ARENT TONKENS, OVERLEDEN DEN 29 JUNI 1782 IN DEN OUDERDOM VAN 72 JAREN.171
Wapens: Rechts: Gedeeld: I een rechterschuinbalk, beladen met drie klaverbladen rechtop; II huismerk nr. 90. Links: Een hangende tak, waaraan twee bladeren, de tak zich van onderen splitsend, en aan elk einde een eikel. |
EEN CHRISTEN IN DE DAAD, EEN BRAAVE BURGERVADER / OPREGT IN ZYN BESTAAN, EEN MAN VAN DEUGD EN EER / EEN PYLAAR VAN GODS KERK EN 'T VOLK TEN TROUWEN RAADER / LIGT NAAST ZYN EGTGENOOT IN 'T EENZAAM GRAF TER NEER/ DIT OUD GODVRUGTIG PAAR, DE ROEM DER BURGERSCHAAREN / OM WIENS GEMIS MEN TREURD, RUST HIER TOT 'S WERELDS END / OM OP 'T BASUINGESCHAL MET HAARE ZIEL TE PAAREN / EN DEELEN IN 'T GELUK. GODS KEURVOLK TOEGEKENDT. |
N.B. In de noorderzijbeuk. |
GDW, blz. 170, nr. [659]. |
|
[660] | TER GEDAGTENIS VAN D. E. ALBERT VAN DER LEY, IN LEEVEN BORGEMEESTER DEZER STAD, GEVOLMAGTIGDE TEN LANDSDAGE ENZ., OVERLEEDEN DEN 25 FEBR. 1792, OUDT 60 JAREN EN RUIM 6 MAANDEN.
Wapens: Rechts: Gedeeld: I een halve adelaar; II doorsneden: a. huismerk nr. 91; b. drie leliën. Links: Onherkenbaar. |
GDW, blz. 171, nr. [660]. |
|
[661] | HEINO HERMANNUS BRUCHERUS JOH. CHRIST. ZOON, IN LEEVEN PREDICANT EN RECTOR DEZER STEEDE APPINGEDAM, GEBOOREN DEN 10 FEBR. 1724, GESTORVEN DEN 30 MAY 1797.
HIER RUST HET STERFLYK DEEL VAN GODTS GETROUWE TOLK / EEN PYLAAR VAN GODTS KERK, DE LIEFD VAN 'T DAMSTER VOLK / EEN LEIDSMAN VOOR DE JEUGT, DIE TOT D'ALOUDE TAALEN / TEN NUT VAN LAND EN KERK HUNN KEUSE DEED BEPAALEN / EEN BARNABAS IN TROOST, EEN SCHRIK VOOR 'T HELSCH GEWELT / BRUCHERUS LEEFT BY GODT, DE DOOD IS NEERGEVELT. |
GDW, blz. 171, nr. [661]. |
|
[662] | TER GEDACHTENIS VAN DEN EDELEN ACHTBAREN HEER LAMBERTUS TONKENS, IN LEVEN BURGEMEESTER HIER TER STEDE, OVERLEDEN DEN 21 SEPTEMBER 1802 IN HET 69STE JAAR ZYNS OUDERDOMS, EN DESZELFS ECHTGENOTE VROUWE AALTJE TEBBENS, OVERLEDEN DEN 30 JUNY 1803 IN HET 63STE JAAR HARES OUDERDOMS.
Signatuur: I. K. PIETERS TE GRONINGEN. |
N.B. In de noorderzijbeuk. |
GDW, blz. 171, nr. [662]. |
|
[663] | DE HEER JOHANNES BIERUMA, IN ZYN LEVEN PREDIKANT IN DRIE HERVORMDE GEMEENTEN, LAAST IN DIE TE APPINGADAM, GEBOREN DEN 23 OCTOBER 1730, EINDIGDE HY ALHIER TEGELYK MET ZYN DEUGDZAAM LEVEN ZYN CHRISTLYK LEERAARAMBT OP DEN 20 SEPTEMBER 1807. HEEFT DEZE KERK BEGIFTIGD VOOR HET ONDERHOUD EN BEWARING ZYNER RUSTPLAATS, WELKE EEN EEUW LANG ONGEOPEND MOET BLYVEN.
Wapen: Gevierendeeld: I en IV een in de richting van de schildrand opspringende aanziende pegasus; II en III drie bloemen aan lange gebogen en gebladerde stengels, komend uit de onderkant van een horizontaal geplaatste gesnoeide tak en voor deze tak langs omhoog groeiend. Hartschild: een omgekeerde pijl schuinlinks, omstrengeld met een naar boven klimmende slang. Helmteken: een ter hoogte van de knieën uitkomende opspringende aanziende pegasus. |
Signatuur: W. COPINGA ... |
N.B. Predikant Twisk 1756, Nieuwendam 1760, Appingedam 1788. Zie: NGP, blz. 20. |
GDW, blz. 171, nr. [663]. |
|
[664] | BRONNO FREDERIKUS CLEVERINGA, OUD BURGEMEESTER DER STAD APPINGEDAM, STIERF DEN 22 JANUARY 1810, OUD 76 JAREN.172
HOUD THANS VRY MYN STOF, O AARD / BY HET STOF, DAT ... / EENS HERRYS IK WEER ... / DOOR GODS ALMAGT ... [WAARDE]. |
N.B. In de zuiderzijbeuk. |
GDW, blz. 171, nr. [664]. |
|
[665] | TER GEDAGTENISSE VAN DEN WELEDELEN ZEERGELEERDEN HEERE GERARDUS AUGUSTINUS MULLER, IN LEVEN MEDECINAE DOCTOR ALHIER. OVERLEDEN DEN 20 JUNY 1811 IN DEN OUDERDOM VAN 78 JAAREN, 9 MAANDEN EN 20 DAGEN.
Wapen: Een monogram, gevormd van de letters G.A.M. |
HIER RUST HET STOFLYK DEEL VAN HEM, WIENS LEVENSTYD / TOT HULP EN TROOST VAN 'T LYDEND MENSCHDOM WAS GEWYD / JA, MULLER'S KUNDE EN DEUGD DWINGT ELK ERKENTNIS AF / EN 'T NAKROOST STORT EEN TRAAN VAN EERBIED OP DIT GRAF. |
GDW, blz. 172, nr. [665]. |
|
[666] | TER GEDAGTENIS VAN DEN HEER HENDRIK VAN WEERDEN, OUD BYNA 41 JAAREN, GEBOREN DEN 6 JUNII 1772 EN OVERLEDEN DEN 20 MAART 1813.
Wapen: Onder aan een tak, tussen twee bladeren twee aan stengels naast elkaar hangende eikels. Helmteken: twee bladeren, waartussen twee eikels op stengels naast elkaar, waaiervormig. |
HIER LEGT MYN WAARDE MAN, ONS AGTTAL KINDREN VADER / WIENS DIERBAAR OVERSCHOT IK STEEDS MET LIEFDE NADER / GOD NAM HEM VAN MY WEG ZOO VROEG NAAR DE EEUWIGHEID / 'K AANBID GODTS RAAD EN ZWYG IN 'T LOT VOOR MY BEREID / AG, DAT WY WEER VEREEND IN BETER ZALIG LEVEN / ELKANDREN WEDERZIEN VAN AARSCHE SMART ONTHEVEN / ZIE 'K IN MYN STILLE SMART WEEMOEDIG OP MYN KROOST / ZY ZYN IN 'S HOOGSTEN HAND! HEER, WEES HUN HEIL EN TROOST / 'K BEVEEL SE AAN U GENAA, WIL HARE JEUGD GELEIDEN / OPDAT WE IN ZAALGER STAND DAN NIMMER MOOGEN SCHEIDEN / DIT'ST ANKER VAN MYN HOOP, 'K VERLAAT DIT STILLE GRAF / EN WAGT IN GOD GETROOST MYN LEVENSEINPERK AF. |
N.B. Man van Anna Willemina de Raadt. Zie: Overlijdensakte. |
GDW, blz. 172, nr. [666]. |
|
[667] | ... SEPTEMBRIS, STARF DE DOGETSAME ENNE HOMMENS, DE ...
Wapens in de benedenhoeken: Rechts: Huismerk nr. 92. Links: Huismerk nr. 93. |
N.B. Bij gemeentesecretarie. |
GDW, blz. 172, nr. [667]. |
|
[668] | ... [8], DEN 15 OCT., IS ... D'EERSAME ANNA ... UISVR. VAN PIETER ... N, OUD 67 JAAR.
N.B. In zuiderkapel. 8 misschien 3. |
GDW, blz. 172, nr. [668]. |
|
[669] | ... DEN 28 OCTOBER, IS ... SAME JANTIEN JAN ... SVROUWE VAN POPPE ... S, IN DEN HEEREN GERUST.
Medaillon: Huismerk nr. 94, vergezeld van de letters I.I. |
N.B. Mededeling. Poppe Entes en Jantjen laten tussen 1626 en 1634 kinderen dopen te Appingedam. |
GDW, blz. 172, nr. [669]. |
|
[670] | ... DEN 7 N[OVEMBER] ... AME BONDIE ... VAN DE BURG ... RDTS CHRISTLI ... TSLAPEN, OLT 6...
Wapens: Rechts: Gedeeld: I doorsneden: a. drie omgekeerde speerpunten; b. drie liggende blokken; II huismerk nr. 95, vergezeld van de letters H.G. Links: Een wildeman, houdend met beide handen een op de rechterschouder rustende knots. |
N.B. Op zolder. Eerste helft 17de eeuw. I.p.v. de letter G in het wapen wellicht ook C te lezen. |
GDW, blz. 172, nr. [670]. |
|
[671] | ... IS DEN EERENTFESTEN JAN ROELEFS ... BORGER END ... APPINGADAM.
N.B. In zuiderkapel. Zie: GDW, nr. 687. |
GDW, blz. 172, nr. [671]. |
|
[672] | GEPKE JANS.173
GDW, blz. 172, nr. [672]. |
|
[673] | IOANNIS MEDER.
N.B. Bij: GDW, nr. 619. Johannes Meder, apotheker, laat in 1678 en 1680 te Appingedam kinderen dopen. |
GDW, blz. 173, nr. [673]. |
|
[674] | G. PARS VAN DAM.
N.B. Bij: GDW, nr. 629. Gesina, dochter van Jacques Pars van Dam en Agnes Hoorn, werd gedoopt in 1692 te Appingedam. |
GDW, blz. 173, nr. [674]. |
|
[675] | Wapen, vergezeld van de misschien later aangebrachte naam JOHAN PHEBUS: Huismerk nr. 96.
N.B. Op zolder. Hierbij: GDW, nr. 692. Jan Phebens laat tussen 1635 en 1648 te Appingedam kinderen laat dopen. |
GDW, blz. 173, nr. [675]. |
|
[676] | GERH. VECHTER.
GDW, blz. 173, nr. [676]. |
|
[677] | A.I.D.
N.B. Op zolder. Hierbij: GDW, nr. 678. |
GDW, blz. 173, nr. [677]. |
|
[678] | C.O.D.
GDW, blz. 173, nr. [678]. |
|
[679] | F.O.
GDW, blz. 173, nr. [679]. |
|
[680] | I.E.
GDW, blz. 173, nr. [680]. |
|
[681] | Monogram gevormd van de letters J.J.S.
GDW, blz. 173, nr. [681]. |
|
[682] | K.
GDW, blz. 173, nr. [682]. |
|
[683] | P.E.
N.B. Voorgaande tekst: A° 1598, DEN ... |
GDW, blz. 173, nr. [683]. |
|
[684] | S.A.T.
GDW, blz. 173, nr. [684]. |
|
[684A] | Wapen, de linkerhelft ten dele bewaard gebleven: Een dwarsbalk, in de linkerflank beladen met een gezichtswassenaar; de dwarsbalk vergezeld in de linkerbovenhoek en in de voet van een klaverblad.
N.B. Mededeling. Vergelijk: GDW, nrs. 626, 631. |
GDW, blz. 173, nr. [684A]. |
|
[685] | Wapen: Een luidklok.
GDW, blz. 173, nr. [685]. |
|
[686] | Wapen, waarbij MEMENTO MORI: Een voetboog, vergezeld van twee vogelpijlen. Helmteken: een vlucht, waartussen een vogelpijl.
GDW, blz. 173, nr. [686]. |
|
[687] | Wapens: Rechts: Huismerk nr. 97, vergezeld van de letters W.V. Links: Linksgeschuind A. een omgewende halve leeuw met vlammende tong; B. gedwarsbalkt van zeven stukken.
N.B. In zuiderkapel. Zie: GDW, nr. 671. |
GDW, blz. 173, nr. [687]. |
|
[688] | Wapens, vergezeld van de letters H.A.: Rechts: Gedeeld: I een halve adelaar; II doorsneden: a. op een gewelfd terras een boom; b. drie klaverbladen. Links: op een schuingetralied terras een uit een bos van twee bomen komend omgewend paard.174
Wapens, vergezeld van de letters H.A.: Rechts: Gedeeld: I een halve adelaar; II doorsneden: a. op een gewelfd terras een boom; b. drie klaverbladen. Links: op een terras een uit een bos van twee bomen komend omgewend paard.174 |
GDW, blz. 173, nr. [688], waar het linker terras niet schuingetralied wordt beschreven. |
|
[689] | Wapens: Rechts: Op een terras een boom, waarnaast alleen nog herkenbaar twee paardepoten. Links: Een liggende boomstam, waaraan drie bladerloze takken met een appel aan het einde, twee boven en een onder de stam.
GDW, blz. 174, nr. [689]. |
|
[690] | Kwartieren, voor zover herkenbaar: I Gedeeld: 1 misschien een leeuw; 2 misschien een terras [bedoeld Lissebon?]. II Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns [Buckhorst]. Helmteken: twee struisveren [?], waartussen een uitkomende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns. III Onherkenbaar. Helmteken: misschien een zittende vogel. IV Gedeeld: I een halve adelaar; II op een terras een boom. Helmteken: misschien een boom.
Kwartieren, voor zover herkenbaar: I Gedeeld: 1 misschien een leeuw; 2 misschien een terras. II Een springende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns. Helmteken: twee struisveren [?], waartussen een uitkomende bok met lange achterwaarts gerichte hoorns. III Onherkenbaar. Helmteken: misschien een zittende vogel. IV Gedeeld: I een halve adelaar; II op een terras een boom. Helmteken: misschien een boom.
GDW, blz. 174, nr. [690], waar deze kwartieren apart van 620 worden beschreven. In werkelijkheid betreft dit ongetwijfeld dezelfde grafsteen. |
|
[691] | Medaillon: Huismerk nr. 98, vergezeld van de letters B.C.
N.B. Op zolder. In tweevoud. Zie GDW, nr. 691b. |
GDW, blz. 174, nr. [691]. |
|
[691A] | Medaillon: Huismerk nr. 98, vergezeld van de letters B.C.
N.B. Op zolder. In tweevoud. Zie GDW, nr. 691a. |
GDW, blz. 174, nr. [691]. |
|
[692] | Medaillon: Huismerk nr. 98, vergezeld van de letters B.C.
N.B. Op zolder. Zie: GDW, nr. 675. |
GDW, blz. 174, nr. [692]. |
|
[693] | Wapen: Huismerk nr. 99, vergezeld van de letters D.C.
GDW, blz. 174, nr. [693]. |
|
[694] | Medaillon: Huismerk nr. 100, vergezeld van de letters D.L.
GDW, blz. 174, nr. [694]. |
|
[695] | Medaillon: Huismerk nr. 97, vergezeld van de letters H.D.
GDW, blz. 174, nr. [695]. |
|
[696] | Medaillon: Huismerk nr. 101, vergezeld van de letters H.D.
GDW, blz. 174, nr. [696]. |
|
[697] | Medaillon: Huismerk nr. 102, vergezeld van de letters H.R.V.P.
N.B. Op zolder. Hierbij: GDW, nr. 612. |
GDW, blz. 174, nr. [697]. |
|
[698] | Huismerk nr. 103, vergezeld van de letters I.I.
N.B. Op zolder. Geglazuurde tegel. |
GDW, blz. 174, nr. [698]. |
|
[699] | Medaillon: Huismerk nr. 100, vergezeld van de letters L.P.
GDW, blz. 174, nr. [699]. |
|
[700] | Medaillon, vergezeld van de letters R.S.: Huismerk nr. 100, vergezeld van de letters L.P.
GDW, blz. 174, nr. [700]. |
|
Contact
Bron: A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden. Teksten, wapens en huismerken van 1298-1814
(Assen/Amsterdam 1977), met aanvullingen en correcties door R.H. Alma.
Met dank aan Elibert Datema voor het scannen en ocr'en.
Aanvullingen en correcties graag naar mailredmeralmanl.
|
|
|