Uithuizermeeden




































bf. UITHUIZERMEEDEN (VÓÓR 1594)

1. Klokken, uurwerken en windvanen

a. Klokken

[467]A° MCCCXCVII. DUM TRAHOR AUDITE, VOCO VOS AD GAUDIA VITAE. SUB DOMINO HINRICO, CURATO, HARMANNUS ME FUDIT. MARIA VOCOR. IHESUS.
N.B. Sedert 1896 niet meer aanwezig. Vermeld: HMD. CVO. AWN, 11, 1848, blz. 375.
GDW, blz. 134, nr. [467].

[468]Huismerk nr. 66.
N.B. Sedert 1896 niet meer aanwezig. Vermeld: CVO en HMD.
GDW, blz. 134, nr. [468].

2. Gedenktekenen

a. Graftombe

[469]DE E. E. JR. RUDOLF HUINGA OP UNGERSMA. OBIIT XIX APR. A° MDLXXIV. NASCENDO MORIMUR.
UT MANUS ARTIFICIS SAXO SUPERINDUIT ARTE / HUMANI FORMAM CORPORIS EGREGIAM / NON ALITER DEUS OMNIPOTENS ET RECTOR OLYMPI / MASSAE ANIMAM IUNGIT CORPOREAE AETHEREAM / ET QUANDO AETERNAE MENTIS DIVINA VOLUNTAS / SIC IUBET, HORUM ITERUM DISSOCIATUR AMOR / ATQUE UT DE TERRA MORTALIA CORPORA NATA / SUNT, ITA RURSUS IN HANC SOLVITUR OMNIS HOMO.
Beeldhouwwerk: Op een voetstuk, liggend op een matras, een geharnaste man met molensteenkraag, houdend een schedel, aan het voeteneinde vergezeld van een liggende leeuw.
N.B. Wit geverfd zandsteen. Oorspronkelijk midden op het koor, tekst verdeeld over de voor en achterzijde. Sedert 1708 tegen zuiderkoormuur. Gerestaureerd 1785. Zie: KGO, blz. 176a, 274a. Tekst van beide zijden in negentiende eeuw herschilderd aan voorzijde. Afgebeeld: GSL, blz. 362/363.
GDW, blz. 134, nr. [469].

b. Rouwbord

[470]DENATUS 19 APRIL 1574.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Archieven [De Marees] van Swinderen, inv. nr. 689. Rodolf Huinga.
GDW, blz. 134, nr. [470].

c. Grafzerken

[471]Anno 1562, op den 20 december stilo vetero, is in Godt verstorven de eerhaere en veel deugtsaeme juffer Ode Huynge; sy is begraeven in het coor van de kercke op de Meden, dese spreuck staet op haer grafsteen: MORS ULTIMA LINEA RERUM.
Wapen: Onherkenbaar. Helmteken: een adelaar [Huinga]. Kwartieren: I onherkenbaar. II Tamminga.
N.B. Vrijwel geheel onherkenbaar. Tekst: CVH, blz. 36. Sporen van wapenfiguren. Vergelijk: KGO, blz. 176a.
GDW, blz. 134, nr. [471].

[472]ANNO 1574, DEN ... GOT VERSTORVEN ... ERENTFESTEN ... DES SEELE ... MOE ...
Wapen en helmteken: Huinga.
Kwartieren: I onherkenbaar; II Rengers [2]; III Cater; IV Tamminga.
N.B. Rodolf Huinga, op Ungersma, overleden 19 april 1574. Wapens nauwelijks herkenbaar. Wapen Tamminga: Gedeeld: I effen of misschien een halve adelaar; II een dwarsbalk. Zie: KGO, blz. 176a.135
GDW, blz. 134, nr. [472].

ek. UITHUIZERMEEDEN (NA 1594)

1. Gebouwen

a. Toren

1. Gedenksteen

[3780]A° AER. X. MDCCXVII NOBILISSIMUS ET MAXIME INCLUTUS VIR ONNO TAMMINGA AB ALBERDA, DOMINUS IN NYENSTEIN ET RENSEMA ETC. ETC. ETC. IUS DICENTIUM INTER AMASIN ET LAUICAM CUM SUMMA POTESTATE PRAESES PRIMARIUS COLLATOR IN MEDIS EX FLAGRANTI IN DEUM AMORE HANC TURRIM EXTRUI IUSSIT IN DEI OPT. MAX. GLORIAM ET INSIGNEM TEMPLI ORNATUM. HUIL: TURRI TONITRUS VENTI FERA FULMINA PARCANT TU FAXIS NUMEN SUBMISSO CORDE PRECAMUR.
GDW, blz. 681, nr. [3780].

2. Klokken, uurwerken en windvanen

a. Windvaar,

[3781]Een met opgeheven arm en vinger de windrichting aanwijzende meermin [Menkema of Rensuma].
N.B. Zie: GVA, 1927, blz. 16. Uit de nalatenschap van Mello Alberda, op Menkema, ontving zijn zoon Onno Tamminga van Alberda met het huis Rensema alle heerlijke rechten in de rechtstoel van Uithuizen en Uithuizermeeden, vallende te Uithuizermeeden, 29 januari 1700. Zie: RAG, Archieven Menkema en Dijksterhuis, inv. nr. 419. GDW, nr. 3710.
GDW, blz. 681, nr. [3781].

3. Meubilair

a. Orgel

[3782]TOEN DE HOOGWELGEBORENE HEER JR. WILLEM ALBERDA PRIMARIUS COLLATOR EN HEER VAN RENSEMA WAS ETC. ETC., IS DIT ORGEL VERVAARDIGT DOOR DEN KONSTKUNDIGEN A. A. HINSZ EN AAN DEN DIENST VAN GOD PLEGTIG TOEGEWYET DOOR DEN WELEERWAARDEN HEER CHRISTOPH GRONAU, PREDIKANT OP DE MEDEN, DEN 4 SEPT. DES JAARS ONZES HEEREN MDCCLXXXV.682
GDW, blz. 681, nr. [3782].

b. Banken

[3783]Wapen: Gevierendeeld: I Alberda; II Clant; III Tamminga; IV Lewe. Hartschild: in blauwe arcering een uit water oprijzende meermin met naar rechts opgeheven armen en met wapperende haren [Rensuma].
N.B. In tweevoud. Afgebeeld: GDW, plaat XXX. LGK, afb. nr.62.OnnoTamminga van Alberda, overleden Zandeweer, Nijemtein, 10 mei 1743, gehuwd Zandeweer 15 november 1695 Josina Petronella Clant, overleden Groningen 1 maart 1746. Zie: NAB, 1940, blz. 31.
GDW, blz. 682, nr. [3783].

4. Voorwerpen ten behoeve van de eredienst

a. Gezangboek

[3784]DE HEER VAN RENSEMA
N.B. GMG. Naam Rensema in laatste kwartaal achttiende eeuw langzamerhand veranderd in Rensuma. Zie: OBS, blz. 416.
GDW, blz. 682, nr. [3784].

5. Gedenktekenen

b. Rouwborden

[3785]MEVR. CATARINA MAGDALENA ALBERDA, VROUW VAN RENSEMA. OBIIT 17 SEPTEMB. 1741. AETATUS SUAE 42.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Archieven [De Marees] van Swinderen, inv. nr. 689. Vrouw van Mello Alberda van Rensema. Zie: GVA, 1927, blz. 17.
GDW, blz. 682, nr. [3785].

[3786]MEVR. ADRIANA BOTHENIUS, VROUW VAN RENESEMA. NATA 8 SEPTEMB. 1709. DENATA 17 JUNI 1753.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Archieven [De Marees] van Swindercn, irty. nr. 689. Vrouw van Egbert Alberda van Rensema. Zie: GVA, 1927, blz. 18.
GDW, blz. 682, nr. [3786].

[3787]JR. EGBERT ALBERDA, HR. VAN RENSEMA. NATUS DEN 1 JUNI 1703. OBIIT DEN 5 APRIL 1774.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: RAG, Archieven [De Mareesj van Swinderen. in%. nr. 689.
GDW, blz. 682, nr. [3787].


[3788]DE HOOGWELGEBOREN HEER JONKHEER WILLEM ALBERDA, HEER VAN RENSEMA, GECOMMITTEERDE TER VERGADERINGE VAN HUN HOOGMOGENDE DE HEEREN STATENGENERAAL DER VERENIGDE NEDERLANDEN, CURATOR VAN'S LANDS HOGESCHOOL, MEESTERKNAAP VAN HET PROVINTIAAL JAGTGERIGT, ARBITER DER OMMELANDEN ENZ. ENZ. ENZ. STIERF D. 25 FEBR. IN HET SES EN SEVENTIGSTE JAAR VAN ZYN OUDERDOM. MDCCLXXXVI.
Wapen: Alberda. Dekkleden: blauw en goud. Schildhouders: twee leeuwen.
Kwartieren:
ALBERDACLANT
TAMMINGALEWE
UBBENACOENDERS [1]
RENGERS [2]COENDERS [1]
BROERSEMARENGERS [2]
SCHAFFERCOENDERS [1]
EELSENTENS
CLOOSTER [1]CLANT
N.B. Afgebeeld: LGK, afb. nr. 63.683
GDW, blz. 682, nr. [3788].

b. Grafkelder

[3789]BEERENT HARMS, TIMMERMAN, ENDE SOON HARM BEERENTS. DE KELDER TOEGEMAAKT DEN 4 MAART 1786.
N.B. Potloodschrift op zuider muur. Vermeld: GVA. 1927, blz. 11.
GDW, blz. 683, nr. [3789].

c. Grafzerken

[3790]ANNO 1647, DEN 8 JULY, IS IN DEN HEERE GERUSTET HEMKE VERENS, DIE HUISFROU VAN MELLO ENNENS, VERWACHTENDE EEN VROLYCKE OPSTANDINGE.
Huismerk nr. 519, vergezeld van de letters M.E.
N.B. Hierbij: GDW, nr. 3794. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 363.
GDW, blz. 683, nr. [3790].

[3791]REVERENDI AC DOCTISSIMI VIRI DOMINI IOHANNIS VEREEM, VERBI DIVINI ET ... STERMEDUM HIC LAUDUM VIDERET DISPEN... IS FIDELISSIMI AC DIGNISSIMI DECESSIT A° MDCLVI, VI IANUARII, AETATUS SUAE LVIIII.
Wapens: Rechts: Vijf leliën, 3 en 2. Links: Op een terras een tegen een boom klimmend omgewend hert.
EPITAPHIUM ...
HIER RUST VEREEM, EEN SUYLENSTICHTER VAN GODS KERCK / UYTHUYSTERMEDEN GEEFT ZYN LICHAAM DEES SERCK / VOOR SYN GETROUWE DIENST, DIE HY AAN HEM BESTEDE / NU RUST DIE VROOME SIEI. BY GORT IN EEUWIGHEDE
MARGARIETA HASELBEKE, ... OVERLEDEN DEN 28 JANUARI A° 1649.
N.B. Deels bedekt met cement. Vermeld: GSL, blz. 362. HVH.
GDW, blz. 683, nr. [3791].

[3792]ANNO 1693, DEN 4 NOVEMBER, IS DIE DEUCHTSAEME ITTIEN CLAESEN, GEWESENE HUISVROUW VAN DEN EERSAEMEN FRICK LUBBERTS EN VAN DIE EERSAEME JAN OLGERS, SEER CHRISTELYCK IN DEN HEERE ONTSLAEPEN IN HET 68 JAER HAERS OUDERDOOMS, VERWACHTENDE DOOR GODTS GENAEDE MET ALLE GELOOVIGEN EEN SAELIGHE OPSTANDINGE TEN EEUWIGEN LEVEN ALLEEN DOOR JESUM CHRISTUM.
N.B. Bij boerderij Oudeschip, D 5. Herkomst onbekend. In 1672 bestond plan tot aanleg van begraafplaats Uithuizermecden-Buitendijks, nu Roodeschool. Zie: GVA, 1927, blz. 7.
GDW, blz. 683, nr. [3792].

[3793]ANNO 1706, DEN 25 JULYUS, IS DIE EERSAME OOMCKE CORNELIS, IN ZYN LEVENT KERKVOOGHT OP DIE MEEDEN, IN DEN HEERE GERUST, VERWACHTENDE EEN SALIGE OPSTANDINGE DOOR JESUM CHRISTUM.
Wapen: Twee vissen rechtop naast elkaar, vergezeld van vier klaverbladen, 2 en 2.
N.B. Hierbij: GDW, nr. 3795. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 363. HVH. Het blijkt niet, bij welke tekst wapen behoort.
GDW, blz. 683, nr. [3793].

[3794]ANNO 1721, DEN 26 JULIUS, IS ANE LUBBERS, HUISFROU VAN LUIRT JANS, IN DEN HEERE GERUST, VERWAGTENDE EEN SALIGE OPSTANDINGE.
N.B. Zie: GDW, nr. 3790.
GDW, blz. 683, nr. [3794].

[3795]DE EERZAAME ALLERT SEEBES, IN ZYN LEEVEN WOONAGTIG OP DE MEE[DEN] OP HADDER, IS IN 'T 54STE JAAR ZYNS OUDERDOMS ZEER CHRISTELYK IN DEN HEERE ONTSLAAPEN OP DEN 4DEN NOVEMBER 1738.684
O MENS, GY DIE HIER TREED OP MY / WEET, DAT IK BEN GEWEEST ALS GY / EN DAT GY, HOOG OF LAAG VAN WAARDEN / OOK KEEREN MOET TOT STOF DER AARDEN.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 363. Vergelijk: GDW, nr. 3793.
GDW, blz. 683, nr. [3795].

[3796]HEIC TERRA TERRAM TEGIT. HIER BEDEKT ... GEBEENTE EN ASCHE VAN DEN EER ... GODZALIGE HEER WOL[TERUS JOHANNES L]IEFTINCK IN ... EERST IN DE ... ERHAND VAN DEN... 1748 TOE IVERIG ... IN ZYNE TOEBE ... LEDEN ALHIER ONTSLAPEN ... DAGEN... ALSME ... ME VR. GEERT ... BORGESIUS ONTW... GEWEEST 60 JAAR ... WAGTENDE MET ALLE ... LAMS EEN OP ... KHEID ... HOPE ... NOSTRI ...
Wapens, vrijwel onherkenbaar: Rechts: Een dwarsbalk, vergezeld van drie [dubbele?] adelaars [Lieftinck]. Links, voor zover herkenbaar: Op een terras een bloempje en linksboven in het schild een wolk, waaronder een restant van dekkleden [Borgesius]. Helmteken: een uitkomende dubbele adelaar.
N.B. Ds. Wolter Jan Lieftinck, gedoopt Groningen 7 oktober 1683, predikant Rottum 1709, Uithuizermeeden 1720, overleden aldaar 21 oktober 1748, gehuwd Rottum 1 september 1709 Geertruida Borgesius, geboren Groningen 23 december 1688, overleden na 4 september 1743. Zie: NPT, 1950, blz. 63. NGP, blz. 121.
GDW, blz. 684, nr. [3796].

[3797]VIRO ADMODUM REVERENDO ENGELBERTO THISII F. PRESBYTERII MEDENSIS PER M[ULTOS] ANN. MEMBRO DIGNISSIMO OCTOGENARIO MAIORI ET HONESTISSIMAE FOEMINAE MARGARITHAE CRITHAE ENGELBERTI PER ANN. XXXVIII UXORI SEXAGENARIAE MAIORI, PARENTIBUS IN CHRISTO DEFUNCTIS BENE MERENTIBUS MOESTI POSNERUNT LIBERI: MATTH. ENGELBERTS, ECCLESIASTES IN CIVIT. DELPHENSI, ALERICUS ENGELBERTS SUBCENTURIO, IOHANNA ENGELBERTS UXOR L. GROMMERS.
Wapens: Rechts: Gedeeld: I op een terras een boom; II een halve adelaar. Links: Een gesloten boek, de rug rechts, en een omgekeerd zwaard onder elkaar. Helmteken: een uitkomende adelaar. Schildhouders: twee engelen, gekleed in een tot de voeten afhangend gewaad. Wapenspreuk: PER IU[ST]A A[D A]UGU[S]TA.
N.B. "De olde wedman Engbartes Tieas" begraven Uithuizermeeden 21 oktober 1750. Zie: RAG, Ontvangsten diaconie. Matthias Engelberts, gasthuispredikant Delft, 17361755. Zie: L. Grommers Hzn. Stamboom van de familie Grommers. Groningen 1927. Blz. 23 en 24.
GDW, blz. 684, nr. [3797].

[3798]ANNO 1752, DEN 22 APRIL, IS DE E. SIERT WYRSEMA GERUST IN 'T 65STE JAER ZYNES OUDERDOMS.
Wapen: Huismerk nr. 145, vergezeld van drie klaverbladen, 1 en 2, een van boven en aan elke zijde een.
N.B. Onder gras. Vermeld: GSL, blz. 363. OMJ.
GDW, blz. 684, nr. [3798].

[3799]ANNO 1767, DEN 15 DESEMBER, IS DE DEUGTZAAME MARIEA KLAASEN. IN HAAR LEEVEN WEDUWE VAN LAMBERT LENS. IN DIER TYT WOONAGTIG TOT GRONINGEN, IN HET 82STE JAAR HAARS OUDERDOMS ZEER CHRISTELYK IN DEN MERE GERUST EN LEIT ALHIER BEGRAAVEN, VERWAGTENDE EEN ZAALYGE VERRYSENISSE DOOR ONSEN HEERE JESUM CHRISTUM.
BESCHOUWT, O STERVELINGH, DEESEN STEEN / GAAT NIET ONAGTSAAM HIER BIE HEEN / MAAR LEERT IN 'T LEEVEN 'T REGTE STERVEN / ZOO ZULT GV 'T EUWIGH RYK BEËRVEN.
GDW, blz. 684, nr. [3799].

[3800]DE EER EN DEUGTZAAME TRYNIE ALBERTS, IN HAAR LEEVEN HUISVROU VAN D.E. LOURENS LAMBERTS, WOONAGTIGH OP DE685 MEEDEN, IS OP DEN 21STEN DESEMBRIS 1767 IN HET 44STE JAAR HARES OUDERDOMS OVERLEEDEN EN LEIT ALHIER BEGRAAVEN, VERWAGTENDE EEN ZALIGE VERRYSENISSE TEN EUWYGEN LEEVEN DOOR JESUM CHRISTUM.
Wapen: Gedeeld: I een met twee pijlen van boven naar beneden schuinkruislings doorstoken hart; II huismerk nr. 491.
DE DOODT HEEFF MY NIET GESPAART % HY HEEFT OP MY ZYN KRAGT VERGAART / MYN ZIEL VERHEUGT ZIG NU MET LOF / HIER BOOVEN IS DES HEEMELTS HOF.
GDW, blz. 684, nr. [3800].

[3801]1776, DEN 16 MAYES, IS DE EERBAARE JOHANNA ENGELBERTS, WEDUWE VAN WYLEN DE EERZAME LODEWYK GROMMERTS, IN LEVEN LANDBOUWER OP DE MEEDEN, IN DEN OUDERDOM VAN 65 JAAREN IN DEN HEERE GESTORVEN EN IS ALHIER BEGRAVEN.
N.B. Niet meer aanwezig. Vermeld: GSL, blz. 364.
GDW, blz. 685, nr. [3801].

[3802]ANNO 1779, DEN 2 NOVEMBER, IS OVERLEEDEN DE E. EERSAME ALDERT JEBBES IN DEN OUDERDOM VAN 43 JAREN EN 10 MAANDEN.
GDW, blz. 685, nr. [3802].

[3803]ANNO 1786, DEN 21 NOVEMBER, IS DE E. EERSAAME WIBBINA JANS, HUISVROUW VAN DE E. GARBRANT WYRSEMA OP DE MEEDEN, IN HET 38STE JAAR HAARES OUDERDOMS OVERLEEDEN, IN HAAR TYDT WOONAGTIG GEWEEST OP NIEHARKEMAHEERT.
Wapen: Op een terras, beladen niet de letters G.W., een pelikaan met drie jongen.
GDW, blz. 685, nr. [3803].

[3804]ANNO 1794, DEN ISDEN MAAI, IS DE EERBAARE FENNA WYRSEMA OVERLEEDEN AAN EEN HEVYGE ROTKOORTS IN DEN OUDERDOM VAN 28 JAAREN 9 MAANDEN, DOGTER VAN DE E. GARBRANT WYRSEMA, KERKVOOGD OP DE MEEDEN, EN WIBBYNA JANS, WENSCHENDE EEN ZALIGE OPSTANDINGE ALLEEN UIT GENADE DOOR JESUM CHRISTUM.
Wapen: Een pelikaan met drie jongen.
GDW, blz. 685, nr. [3804].

[3804A]ANNO 1800, DEN 11 JANUARI, IS DE EERZAME JAN SIERTS, IN ZYN LEEVEN VOORNAAM HUISMAN, WOONAGTIG OP DE MEEDEN, IN HET 68 JAAR ZYNES OUDERDOMS OVERLEEDEN IN VERWAGTINGE VAN EEN ZALIGE OPSTANDINGE DOOR JESUM CHRISTUM.
Wapen: Drie klaverbladen, 1 en 2.
N.B. Onder gras. OMJ.
GDW, blz. 685, nr. [3804A].

[3805]ANNO 1803, DEN 29 OCTOBER, IS DE EERBAARE ANJE C. WIERSEMA, WELK EERST IN HET HUIWELYK IS GEWEEST MET BERENT JANNES, BY WELKE ZY 12 KINDEREN HEEFT VERWEKT, EN IS NADERHAND IN HET HUIWELYK GETREEDEN MET PIETER KORNELIS, IN LEEVEN WOONAGTIG OP DE RADDER, EN IS NA HAAR TWEDE MANS DOOD, BY WELKE ZY GEEN KINDEREN HEEFT VERWEKT, IN HET 69STE JAAR HAARES OUDERDOMS OVERLEEDEN EN LEID ALHIER BEGRAVEN EN ZAL MEDE OPSTAAN UIT HET STOF DER AARDE TEN LAATSTEN DAGE.
Wapen: Op een terras een omgewende pelikaan met drie jongen.
EEN LANDMANS WEDUW LEID HIER NEDER / OM TOT STOF TE WORDEN WEDER / DE DOOD IS ALLER MENSCHEN LOD / ZES KINDREN LIET ZY NA BY 'T STERVEN / DE KRISTEN, DIE DEEZ AARD MOET DERVEN / LEEFD EEUWIG. VERGENOEGD BY GOD ! DAT ELK DAN, DIE Drr KOOMT TE LEZEN / EEN WAARE KRISTEN TRAGT TE WEZEN.
N.B. Afgebeeld: E. Wiersum. Genealogie van het geslacht Wiersum. 1924. Blz. 10/11.686
GDW, blz. 685, nr. [3805].

[3806]ANNO 1805, DEN 16 MEERT, IS DE E. EERBAARE FENJE JACOBS, WEDUWE VAN ALDERT JEBBES, IN HET 75STE JAAR HARES OUDERDOMS OVERLEEDEN EN LEID ALHIER BEGRAVEN, IN LEEVEN WOONAGTIG TOT DE MEEDEN BY DE NIEUWEDYK, NALATENDE 4 KINDER EN 6 KINDSKINDEREN. WENSCHENDE EEN ZALIGE OPSTANDINGE TEN EEUWIGEN LEEVEN ALLEEN UIT GENADEN DOOR JEZUM CHRISTUM ONZEN HEERE.
Wapen: Drie klaverbladen.
OP AARD HEB IK MYN LOOP VOLBRACHT / MYN LICHAAM LEID HIER NU TER NEDER / TOT AAN DE JONGSTEN OORDEELSDAG / WANNEER MYN ZIEL. MET 'T LICHAAM WEDER / VERENIGT DOOR GODS ALVERMOGEN / ZAL OPSTAAN UIT HET DONKER GRAF / EN IK MET OPGEKLAARDE OOGEN / MYN MAN ALSDAN AANSCHOUWEN MAG / DIE VOOR MY MEER DAN TWINTIG JAREN / ZYN LEVENSDRAAD WIERD AFGESNEEN / HET WELK MY ZUGT OP ZUGT DEED BAREN / TOT DAT IK DAALDE HIER BENEEN.
GDW, blz. 686, nr. [3806].

[3807]1805, DEN 19 NOVEMBER, IS DE EERZAME JACOB ALDERS, ZOON VAN ALDERT JEBBES EN FENJE JAKOBS, WOONAGTIG OP DE MEEDEN, IN HET 36sTE JAAR ZYNES OUDERDOMS OVERLEEDEN.
Wapen: Een door twee stappende paarden getrokken boerenwagen met opstaand hekwerk en vier wielen.
GEDENKT AL WIEN DIT SCHRIFT KOOMT LEEZEN / AN MY, DIE DEZE ZERK BEDEKT / HOE BROOS KORTSTONDIG IS ONS LEEVEN / NA GODS VRYMAGTIG WYS BESTEK / 'K WAS MIDDEN IN MYN LEVENSUIREN / GESOND EN STERK EN IN DEN DROM / WENSCH DAT MYN LEEFTYDT VOORT ZOU DUIREN / TOT AAN DEN GRYSEN OUDERDOM /MAAR ACH 'T GEBEURDE IN DIE DAGEN / DAT IK DOOR GODS VOORZIENIGHEID / MOEST RYDEN MET DE PAARDENWAGEN / DAAR WIERD MYN EINDE VOORBEREID / DE MOLEN, DAAR MEN GERST LAAT MALEN / DAAR HIELD IK PAARDEN WAGEN STIL / OM GORT ALDAAR VANDAAN TE HALEN / DOCH ANDERS WAS DES HEEREN WIL / DE PAARDEN, DIE HET MALEN ZAGEN / DIE WIERDEN VRFSELYK ONTSTELT / DIE SPRONGEN MET MY VAN DE WAGEN / MET EEN VERSCHRIKKELYK GEWELT / IK HAD HET LEIDZEEL IN MYN HANDEN / DUS WAS MYN VAL ZEER WONDERLYK GROOT / MYN KNY VERBRISELT MET ZYN BANDEN / DIT WAS HET MIDDEL VAN MYN DOOD / HIERNA LEEFD' HY RUIM TWINTIG WEKEN / MET PYN EN SMARTEN OVERLAAN / TOTDAT ZYN LICHAAMSKRAGT BEZWEKEN / DE WEG VAN ALLE VLEESCH MOEST GAAN.
GDW, blz. 686, nr. [3807].

[3808]Wapens: Rechts: Gedeeld: I een halve adelaar; II een dwarsbalk, vergezeld van drie klaverbladen. Links: Huismerk nr. 520.
N.B. Hierbij: GDW, nr. 3809.
GDW, blz. 686, nr. [3808].

[3809]E. M.
N.B. Zie: GDW, nr. 3808.
GDW, blz. 686, nr. [3809].

[3810]Wapen: Gedeeld: I gedeeld: 1 op een terras twee bomen; 2 een leeuw, vergezeld van boven van een kroon; II drie leliën.
GDW, blz. 686, nr. [3810].

[3811]Wapen, deels herkenbaar. Gedeeld: I op een terras een boom; II een dwarsbalk, beladen met een ster.
GDW, blz. 686, nr. [3811].







Contact


Bron: A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden. Teksten, wapens en huismerken van 1298-1814
(Assen/Amsterdam 1977), met aanvullingen en correcties door R.H. Alma.
Met dank aan Elibert Datema voor het scannen en ocr'en.
Aanvullingen en correcties graag naar mailredmeralmanl.



Laatst bijgewerkt 16 november 2012
Naar begin van de pagina